Herhalingsles Voeding en Vertering

Herhalingsles Voeding en Vertering
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Voeding en Vertering

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel: Formatieve meting
  • je controleert wat je nog weet van het onderwerp voeding en vertering

Slide 2 - Tekstslide

Even inkomen...
Noem zoveel mogelijk voedingsstoffen

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Horen vezels bij de voedingsstoffen?
A
Ja, door vezels gaan je darmen goed werken
B
Ja, vezels zuiveren je bloed
C
Ja, door vezels gaan je darmen goed werken
D
Nee, vezels worden niet opgenomen in je bloed

Slide 5 - Quizvraag

Druiven zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 6 - Quizvraag

Welke functie heeft vitamine C?
A
Brandstof
B
Beschermende stof
C
Bouwstof
D
Reservestof

Slide 7 - Quizvraag

Je wilt weten of ergens zetmeel in zit. Met welke indicator doe je dat?
A
Magnesium
B
Rijst
C
Zetmeeloplossing
D
Jodium

Slide 8 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 9 - Quizvraag

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen, wat is correct?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Voedingsmiddelen: alles wat je eet en drinkt
B
Voedingsstoffen: de onbruikbare stoffen in voedingsmiddelen
C
Voedingsmiddelen: geld om voeding te kopen
D
Voedingsstoffen: de bruikbare stoffen in voedingsmiddelen

Slide 10 - Quizvraag

Dierlijk
Plantaardig
Voedingsmiddellen
Voedingsstoffen

Slide 11 - Sleepvraag

Voedingsvezels zijn voedingsstoffen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen
A
Water en vitaminen
B
Koolhydraten, eiwitten en mineralen
C
Vetten, eiwitten en water
D
Alleen koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 13 - Quizvraag

Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Lever
Alvleesklier
Dikke darm
Dunne darm
Endeldarm
Anus
Slokdarm
Zelf nog even oefenen
Galblaas
Twaalfvingerige darm

Slide 16 - Tekstslide

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is de taak van het verteringsstelsel?
timer
0:30

Slide 18 - Open vraag

Enzymen zitten in verteringssappen en helpen bij het verteren van voedingsstoffen. Enzymen zorgen ervoor dat de vertering van voedingsstoffen                   gaat. Door je voedsel te kauwen,                          je het oppervlak. Hierdoor zijn de voedingsstoffen in het voedsel                            bereikbaar voor de enzymen.
vergroot
sneller
beter

Slide 19 - Sleepvraag

Hier zie je een deel van een
verteringsstelsel.
Wat is 2?

Slide 20 - Open vraag

Door goed te kauwen beinvloed je de snelheid van het verteren van je eten. Wat gebeurt er met de snelheid van het verteren?
A
sneller
B
langzamer
C
geen effect
D
geen idee

Slide 21 - Quizvraag

De vertering van voedingsstoffen start in:
A
mondholte
B
maag
C
12-vingerige darm
D
dunne darm

Slide 22 - Quizvraag

Voedingsstoffen die moeten worden verteerd 
Voedingsstoffen die niet worden verteerd 
Mineralen
Zetmeel
Water
Eiwitten
Vetten
Vitaminen
Koolhydraten

Slide 23 - Sleepvraag

Hier zie je een deel van een
verteringsstelsel.
Wat is 3?

Slide 24 - Open vraag

Wat is de rol van enzymen bij de vertering?
A
enzymen zorgen voor een chemische vertering
B
enzymen zorgen voor oppervlakte vergroting
C
enzymen zorgen voor darmperistaltiek
D
enzymen zorgen voor emulgatie

Slide 25 - Quizvraag

Enzymen worden verbruikt tijdens de vertering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Hier zie je een deel van een
verteringsstelsel.
Wat is 1?

Slide 27 - Open vraag

De lever maakt gal. Wat is de functie van gal?
A
Gal is een hulpstof voor de vertering van koolhydraten.
B
Gal bevat een enzym voor de vertering van vetten.
C
Gal is een hulpstof voor de vertering van vetten.
D
Gal bevat een enzym voor de vertering van eiwitten.

Slide 28 - Quizvraag

Judith is geboren met een verkleving van haar dikke darm. De darmwand plakt aan elkaar, waardoor er geen voedsel door de dikke darm kan. Ze moet binnen drie dagen worden geopereerd en mag in de tussentijd niet eten.

Waarom mag Judith pas eten nadat ze is geopereerd?
A
omdat de twaalfvingerige darm geen enzymen aan het voedsel kan toevoegen
B
omdat het voedsel niet in haar maag kan komen
C
omdat ze het voedsel niet kan uitpoepen via de endeldarm
D
omdat ze het voedsel niet kan verteren in haar dunne darm

Slide 29 - Quizvraag

Welk verteringssap heeft deze functie?
A
speeksel
B
gal
C
alvleessap
D
maagsap

Slide 30 - Quizvraag

welk verteringssap doodt bacteriën?
A
speeksel
B
maagsap
C
alvleessap
D
darmsap

Slide 31 - Quizvraag

Hier zie je een deel van een
verteringsstelsel.
Wat is 4?

Slide 32 - Open vraag

Tot volgende morgen
Succes met leren!

Slide 33 - Tekstslide

Vul de tabel over twee voedingsstoffen in door aan te geven wat voor soorten voedingsstoffen ze zijn
Voedingsstoffen
Brandstof
Bouwstof
Reserve
stof
Beschermende stof
Koolhydraten
Mineralen
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee

Slide 34 - Sleepvraag

Deze voedingsstoffen zijn bouwstoffen
A
Alle voedingsstoffen
B
Water, mineralen eiwitten en vitaminen
C
Koolhydraten, vetten eiwitten en vitaminen
D
Alleen koolhydraten en vetten

Slide 35 - Quizvraag