5.4: De wedloop om Afrika

5.4: De wedloop om Afrika
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.4: De wedloop om Afrika

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling: quiz
  • Uitleg 5.4 
  • Zelfstandig aan het werk 
  • Huiswerk opgeven en afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: Herstel van de politiek-bestuurlijke situatie van vóór de Franse Revolutie, waarbij veel landen weer een vorst aan het hoofd kregen.
A
Congres van Wenen
B
Restauratie
C
Nationalisme
D
Militarisme

Slide 3 - Quizvraag

Door sterke nationalistische gevoelens ontstonden er in de 19e eeuw nieuwe landen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

In welk jaar werd Duitsland 1 land?
A
1821
B
1841
C
1871
D
1881

Slide 5 - Quizvraag

Welke landen hoorde tot 1930 bij Nederland?
A
België en Duitsland
B
België en Frankrijk
C
België en Luxemburg

Slide 6 - Quizvraag

Waarom wilde België niet meer bij Nederland horen?
A
Ander geloof
B
Andere taal
C
A en B zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: een groot (wereld)rijk (in de 19e eeuw: met gebieden overzee).
A
Modern Imperialisme
B
Imperium
C
Kolonie

Slide 8 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: Gebied waar je producten kunt verkopen.
A
Afzetmarkt
B
kolonie
C
imperium
D
modern imperialisme

Slide 9 - Quizvraag

Welke vorm van bestuur gebruikte de Britten in India en Nederland in Nederlands-Indië?
A
Direct bestuur
B
Indirect bestuur

Slide 10 - Quizvraag

In welk jaar werd er in Nederlands-Indië het cultuurstelsel ingevoerd?
A
1800
B
1820
C
1830
D
1840

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe Afrika er rond 1800 uitzag en hoe de bewoners kennismaakten met Europeanen.
  • Je kunt uitleggen dat nationalisme een belangrijke rol speelde bij de kolonisatie van Afrika.
  • Je kunt uitleggen wat de belangrijkste gevolgen waren van de Europese verdeling van Afrika.

Slide 12 - Tekstslide

Afrikanen maken kennis met Europeanen
rond 1800 veel verschillende culturen in Afrika
Noord-Afrika: agrarisch-stedelijk, Islamitisch, 
West Afrika: handelssteden, Islamitisch of polytheïstisch (meerdere goden)
Oost-Afrika: deels Christelijk, deels polytheïstisch 
Maar ook nog jager-verzamelaars aanwezig 

Voor 1800 was Europa al bekend met een deel van Afrika: 
In het noorden veel handel en langs de kusten ook handelsposten (Kaap de Goede Hoop)
Binnenland onbekend voor Europeanen

Veranderd rond 1800: ontdekkingsreizigers trekken het binnenland in, uit nieuwsgierigheid en om Christendom te verspreiden 


Slide 13 - Tekstslide

De wedloop om Afrika
  • 1880: kolonisatie van Azië ver gevorderd. 
  • Ontstond interesse in Afrika: nog genoeg gebied om te veroveren en imperium uit te breiden 
  • Nieuwe Europese landen (België, Duitsland, Italië) wilde ook een imperium
  • 1880 - 1914: wedloop om Afrika --> wedstrijd wie grootste en meeste koloniën kon stichten in Afrika
  • Eerst: ontdekkingsreizigers proberen op eigen houtje gebieden te bemachtigen. zorgt voor onduidelijke grenzen en spanningen tussen EU landen
  • Oplossing: conferentie van Berlijn (1884-1885) --> Belangrijkste EU landen + VS bedenken regels. 
  • Belangrijkste: alleen stukje land opeisen als het door een leger bezet was

Slide 14 - Tekstslide

De verdeling van Afrika
  • Vooral Frankrijk en GB nemen veel gebieden in 
  • Maar ook België en Duitsland veroverde delen 
  • 1914: kolonisatie van Afrika voltooid 
  • Gevolgen: 
1. bijna heel Afrika bestuurd door Europeanen (alleen Ethiopië niet) 
2. Grenzen voor Afrikanen niet logisch  --> soms een volk verdeeld over twee landen of vijandige volken in 1 land
3. Afrikaanse economie ondergeschikt aan de Europese: grondstoffen ophalen + gebied als afzetmarkt gebruiken
4.Europa geen oog voor Afrikaanse culturen --> Europese talen werden normaal en Christelijk geloof werd verspreid 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 t/m 14 van 5.4 


Je mag overleggen met de persoon naast je 
Je blijft op je plek zitten
Heb je een vraag? steek je vinger op
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Volgende week heb je een samenvatting van 5.1 & 5.2 gemaakt. 

Slide 18 - Tekstslide