Voorzetsel en bijwoord

Voorzetsel en bijwoord
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Voorzetsel en bijwoord

Slide 1 - Tekstslide

Er zijn ook voorzetsels die een deel vormen van een vaste combinatie, zoals

rekenen op (op iemands hulp rekenen)
met het oog op (met en op zijn voorzetsels)
in verband met (in en met zijn voorzetsels)
naar aanleiding van (naar en van zijn voorzetsels)
in vervolg op (in en op zijn voorzetsels)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Instructie - Bijwoord
Zo herken je een bijwoord:
  • Een bijwoord kan van alles aangeven, bijvoorbeeld: tijd, plaats, reden/oorzaak, onzekerheid en ontkenning
  • Een bijwoord kan iets zeggen over: 
    - een hele zin
    - een werkwoord
    - een bijvoeglijk naamwoord
    - een ander bijwoord


Slide 4 - Tekstslide

Bijwoord

1. geeft extra info over een ander woord in de zin (behalve een zn)

- een werkwoord

-een ander bijwoord

- een bijvoeg. nw

2. Kan een tijd, plaats of reden aangeven (staat zelfstandig)

3. Kan een mening / hoedanigheid aangeven

4. Een aantal vraagwoorden is ook een bijwoord

5. De woordjes wel/niet zijn bijwoord

6. Alles wat overblijft in een zin


Slide 5 - Tekstslide

voorzetsels van plaats
voorzetsels van tijd
in de emmer
tegen de kast
na de lunch
achter het huis
tijdens het feest

Slide 6 - Sleepvraag

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
donder
werk
onder
zijn

Slide 7 - Sleepvraag

Kan een bijwoord zijn
Kan geen bijwoord zijn
aardbeien 
ginds
gouden 
opgewekte 
overal
tussendeur
vermoedelijk
waardoor

Slide 8 - Sleepvraag

BIJWOORD(EN)
Binnenkort
verhuizen
we
naar
een
hele
stad.
mooie

Slide 9 - Sleepvraag

BIJWOORD(EN)
Hij 
krijgt
natuurlijk
altijd
de
schuld. 

Slide 10 - Sleepvraag

Een bijwoord zijn meestal de losse woordjes die geen betekenis hebben. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het bijwoord?
Het bijwoord

Gisteren
zag
ik
een
beroemdheid

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep de twee bijwoorden uit de zin. 
bijwoord
Hij 
krijgt
natuurlijk
altijd
de
schuld. 

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de bijwoorden uit de zin. 
bijwoord
Hij 
krijgt
natuurlijk
altijd
de
schuld. 

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep het bijwoord uit de zin. 
bijwoord
Ze 
komt
hopelijk
naar
het
feest.

Slide 15 - Sleepvraag

Maak nu op taaloefenen.nl 
bijwoord 1

Slide 16 - Tekstslide