2.3 Massa en volume

§2.3 Massa en volume

Hoofdstuk 2 Stoffen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaSkMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

§2.3 Massa en volume

Hoofdstuk 2 Stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
  • je kunt het volume van een hoeveelheid stof bepalen.
  • het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen.
  • het volume van een voorwerp met een onregelmatige vorm bepalen
Hoofdstuk 2 Stoffen
§2.3 Massa en volume

Slide 2 - Tekstslide

Een hoeveelheid stof afmeten 
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten. 
Hoofdstuk 2 Stoffen
§2.3 Massa en volume

Slide 3 - Tekstslide

Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of hoeveelheid stof bepalen.

Je meet de massa in gram (g) of in kilogram (kg)

1 kg = 1000 g
Hoofdstuk 2 Stoffen
§2.3 Massa en volume

Slide 4 - Tekstslide

Geef aan of de volgende uitspraak natuurkundig juist is of niet:

´mijn gewicht is 80 kg´
A
juist
B
niet juist

Slide 5 - Quizvraag

Geef aan of de volgende uitspraak natuurkundig juist is of niet:

´mijn massa is 50´
A
juist
B
niet juist

Slide 6 - Quizvraag

Geef aan of de volgende uitspraak natuurkundig juist is of niet:

´mijn massa is 86 kg´
A
juist
B
niet juist

Slide 7 - Quizvraag

Het volume van vloeistoffen
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen. 

1 L = 1000 mL = 1000 cm3
Hoofdstuk 2 Stoffen
§2.3 Massa en volume

Slide 8 - Tekstslide

Het volume van rechthoekige voorwerpen
Voorwerpen nemen ruimte in (ze hebben een bepaald volume)

Van rechthoekige voorwerpen kan je het volume berekenen:

volume = lengte x breedte x hoogte

Hoofdstuk 2 Stoffen
§2.3 Massa en volume

Slide 9 - Tekstslide

Het volume van andere voorwerpen; onderdompelmethode
  1. Vul een maatcilinder tot een bepaalde hoogte met water
  2. Lees de stand van het water af (beginstand)
  3. Laat het voorwerp voorzichtig in het water zakker, zorg dat het hele voorwerp onder de vloeistof is.
  4. Lees opniew de stand van het water af (eindstand)
  5. Reken uit: eindstand - beginstand (dit is het volume)
Hoofdstuk 2 Stoffen
§2.3 Massa en volume

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!

Nu lezen (in stilte) §2.3 Massa en volume

Daarna: Maken opdrachten
Hoofdstuk 2 Stoffen
§2.3 Massa en volume

timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide