herhaling H4 No place like home (Ch4 mavo/havo 1)

Herhaling H4 No place like home
  • The, a, an (articles)
  • Imperative
  • Present Continuous 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H4 No place like home
  • The, a, an (articles)
  • Imperative
  • Present Continuous 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Articles
The
Gebruik je als je specifiek verwijst naar één object.

Bijv: Can you pass me the salt?
A
Gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker (B, C, D, G, F, K etc.)

Uitzonderingen:  euro, European, university, uniform
An
Gebruik je bij woorden die met een klinker beginnen
(A, E, I, O, U) Uitzondering -- hour,

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

articles:

university
A
a
B
an

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

articles:

hour
A
a
B
an

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

articles:

umbrella
A
a
B
an

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

articles:

American
A
a
B
an

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

articles:

hamburger
A
a
B
an

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

articles:

plate
A
a
B
an
C
the

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imperative 
gebiedende wijs
positive imperative =  
werkwoord + rest van de zin

negative imperative
Don't + werkwoord + rest van de zin

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imperative:
Schiet op!
A
You have to hurry up!
B
Hurry up!

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imperative:
Wees op tijd!


A
You must be on time!
B
You have to be on time!
C
Be on time!

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imperative:
Kom binnen!

A
Don't come in!
B
Come in!
C
Coming in!
D
To come in!

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imperative:
Steek niet over!
A
Don't cross the road.
B
You cross not the road.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
  • Je gebruikt de present continuous om te praten over iets dat nu aan de gang is
  • Signaalwoorden kunnen zijn: (right) now, at the moment, etc.
  • Je maakt hem zo:
To be (am/are/is) + hele werkwoord + -ing 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:
Pick the present continuous.
A
We are eating lunch at the cafeteria.
B
They have eaten lunch at the cafeteria before.
C
She ate lunch at the cafeteria.
D
He has eaten lunch at the cafeteria.

Slide 17 - Quizvraag

Present continuous
1. aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
2. aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
3. irritatie aan te geven
Maak de present continuous door: vorm van 'to be' (am/is/are) + ww+ ing
Susanne is singing right now
Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
She walks from the car park to the shopping centre.
B
She had been walking from the car park to the shopping centre.
C
She was walking from the car park to the shopping centre.
D
She is walking from the car park to the shopping centre.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
I am going to be waiting at the crossroads.
B
I was waiting at the crossroads.
C
I am waiting at the crossroads.
D
I will be waiting at the crossroads.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jan is zijn tas aan het pakken in de woonkamer.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies