Hoe kan dit er praktisch uit zien?
1. Af en toe een natuurverschijnsel in de klas voorleggen en leerlingen met en zonder landkaart vragen laten stellen.
2. Aan het begin, midden en aan het einde van een hoofdstuk een verschijnsel passend bij hoofdstuk voorleggen en leerlingen met en zonder landkaart vragen laten stellen.
3. Leerlingen concepten geven en deze in de landkaart laten hangen.
4. Leerlingen concepten geven en zelf vragen laten bedenken naar deze concepten toe.