Bs5 Argumenten voor evolutie

Argumenten voor evolutie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Argumenten voor evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen hoe fossielen ontstaan.
  • Je kan de overeenkomsten verklaren in bouw van organismen.
  • Je kan uitleggen wat een rudimentair orgaan is.
  • Je kan vertellen waar naar gekeken wordt wanneer er  overeenkomsten tussen cellen en stoffen  bepaald wordt.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste definitie van evolutie?
A
De ontwikkeling van dieren op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
B
De ontwikkeling van soorten op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
C
De ontwikkeling van leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
D
De ontwikkeling van planten op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen

Slide 3 - Quizvraag

een populatie
A
een groep individuen van de zelfde soort in een bepaald gebied
B
een groep individuen in een bepaald gebied
C
een speciaal ras
D
een groep mensen in een stad

Slide 4 - Quizvraag

verandering van het genotype kan ontstaan door
A
meiose
B
mitose
C
mutatie
D
celverandering

Slide 5 - Quizvraag

op welke wijze blijft een soort goed aangepast aan het milieu?
A
door goed te eten
B
door zich niet te laten opjagen
C
door natuurlijke selectie
D
door mutatie

Slide 6 - Quizvraag

een goede aanpassing aan het milieu is
A
een schutkleur
B
aangepaste eetgewoonten

Slide 7 - Quizvraag

een soort is geëvolueerd als
A
mutaties van de soort blijven voortbestaan
B
een soort zich goed kan voortplanten

Slide 8 - Quizvraag

een nieuwe soort kan ontstaan door
A
slechte weersomstandigheden
B
isolatie
C
slechte eetgewoonten
D
geen schutkleur

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen we het als twee populaties van elkaar gescheiden raken door een natuurlijke oorzaak?
A
Isolatie
B
Evolutie
C
Natuurlijke selectie

Slide 10 - Quizvraag

Argumenten voor evolutie
1 Fossielen
2 Overeenkomsten in bouw
3 Rudimentaire organen
4 Overeenkomsten in cellen en stoffen (DNA)
5 Overeenkomsten in embryonale ontwikkeling

Slide 11 - Tekstslide

1 Fossielen
Fossielen (versteende resten van organismen) laten zien dat er in vele jaren nieuwe soorten zijn ontstaan en uitgestorven.

Slide 12 - Tekstslide

2 Overeenkomsten in bouw
Ondanks de verschillen van buiten,
lijken alle dieren toch veel op elkaar.
Analoge organen: zelfde functie maar andere oervorm
bv: vliegen (vogel, vleermuis, insect)

Homologe organen: zelfde oervorm maar andere functie
bv: ledematen (zwemmen, graven, lopen)

Slide 13 - Tekstslide

Homoloog

Slide 14 - Tekstslide

Analoog

Slide 15 - Tekstslide

3 Rudimentaire organen
Overblijfselen van organen die niet meer 
gebruikt worden.

Slide 16 - Tekstslide

4 overeenkomst cellen en stoffen

Slide 17 - Tekstslide

Overeenkomsten in DNA
Hoe dichter bij je evolutionair bij elkaar bent,
 hoe meer je cellen en stoffen  op elkaar 
lijken. (eiwitten en DNA)

vb. De verbranding in je cellen gebeuren
 bijvoorbeeld bij een groot deel van de 
organismen op dezelfde manier.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link