4H Erfelijkheid online les

ERFELIJKHEID
EERSTE ONLINE LES H4 BIOLOGIE
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ERFELIJKHEID
EERSTE ONLINE LES H4 BIOLOGIE

Slide 1 - Tekstslide

Ga naar LessonUp.app en typ de code in

Slide 2 - Tekstslide

Gelukt?
Dan beginnen we met het herhalen van het hoofdstuk 'erfelijkheid'. Ken je de (nieuwe) woorden nog? Of kun je ze snel opzoeken in je woordenlijst?

Slide 3 - Tekstslide

Een lichaamscel van de mens heeft ...
A
23 chromosomen
B
46 chromosomen
C
92 chromosomen
D
verschillend aantal chromosomen

Slide 4 - Quizvraag

Waar in de cel bevinden zich de chromosomen?

Slide 5 - Open vraag

Mens: 46 chromosomen (23 paren chromosomen)
Chromosomen paren

Slide 6 - Tekstslide

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 7 - Quizvraag

Wat is makkelijker te veranderen, je genotype of fenotype?

Slide 8 - Open vraag

Anne laat haar haren blonderen bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype?
En haar fenotype?
A
genotype wel fenotype niet
B
genotype niet fenotype wel
C
genotype niet fenotype niet
D
genotype wel fenotype wel

Slide 9 - Quizvraag

Hoe ontstaan geslachtschromosomen
A
Meiose
B
Mitose

Slide 10 - Quizvraag

Bij welke deling worden chromosoomparen gescheiden?
A
Mitose
B
Meiose
C
Zowel mitose als meiose
D
Zowel niet in mitose als meiose

Slide 11 - Quizvraag

MEIOSE

Slide 12 - Tekstslide

Meiose

Slide 13 - Tekstslide

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Zelfde aantal chromosomen
Helft van de chromosomen
Gewone lichaamscellen
Geslachtscellen

Slide 14 - Sleepvraag

Een bevruchte eicel is
A
haploid
B
diploid
C
triploid
D
nanoploid

Slide 15 - Quizvraag

Welk van onderstaande cellen is of zijn haploïd?
A
Stuifmeelkorrels
B
Bloemzaadjes
C
Zaadcellen
D
Huidcellen

Slide 16 - Quizvraag

2n (diploïd) of n (haploïd)?

Slide 17 - Tekstslide





2n = 4 (diploid)
haploid
n = 2

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een gen?
A
De helft van een chromosoom
B
Een deel van een chromosoom
C
Deel van 'n chromosoom dat de info voor 1 erfelijke eigenschap bevat
D
Een erfelijke eigenschap

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een allel?
A
De invulling van een gen
B
Een van de genen van een genenpaar

Slide 20 - Quizvraag

Rest van de les zelfstandig...
Lezen basisstof 3 (blz. 185: Genenparen) 
en maken opdrachten 5 + 7

Slide 21 - Tekstslide

Graag een top (wat vond je goed?)
en een tip (de volgende keer wil ik in de online les graag...)

Slide 22 - Open vraag