1.3 massa en volume

1.3 massa en volume
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.3 massa en volume

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij ......
massa en volume

Slide 2 - Tekstslide

timer
2:30
massa en volume

Slide 3 - Woordweb

massa

Met massa wordt in de natuurkunde bedoeld, waar wij in ons dagelijks leven gewicht tegen zeggen.
het gaat over grammen en kilogrammen dus.

Slide 4 - Tekstslide

volume
Met volume wordt in de natuurkunde hoe hard het geluid is bedoeld. Maar ook waar wij in ons dagelijks leven 'de inhoud' tegen zeggen.
het gaat ook over mililiters en liters dus.

Slide 5 - Tekstslide

Waar mee kan je de massa meten?

Slide 6 - Open vraag

waarmee kan je het volume meten?

Slide 7 - Open vraag

Eenheden omrekenen
1 kg = 1.000 g

1 m3 =           1.000 dm3 =         1.000.000 cm3
1 m=                  1.000 L =            1.000.000 mL


Slide 8 - Tekstslide

volume rechthoekige voorwerpen
bij rechthoekige voorwerpen, bereken je het 
volume met:   lengte x breedte x hoogte. 
Afgekort schrijf je V = l x b x h
V = l x  b x h =     5 x 4 x 3 =   60 m3

Slide 9 - Tekstslide

Volume van een vloeistof aflezen
(stand aflezen op ooghoogte)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet het meetinstrument om het volume van de vloeistof af te lezen?

Slide 11 - Open vraag

onregelmatige vormen
Het volume van onregelmatige voorwerpen kan je NIET bepalen met V=  l x b x h of met een maatcilinder.

We gebruiken dan de onderdompelmethode. Bekijk het filmpje. 

Slide 12 - Tekstslide

onderdompelmethode
V eind = 24 mL

Vbegin = 15 ml

Vsteen = 24 - 15 = 9 mL = 9 cm3

Slide 13 - Tekstslide

Een rechthoekig voorwerp heeft de volgende afmetingen: l = 1 dm, b = 5 cm en h = 3 cm. Bereken het volume.
A
15 cm3
B
15 cm
C
150 cm3
D
9 cm3

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de stand van de
maatcilinder:
A
32 ml
B
33 ml
C
32 cm3

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag!
lees en maak blz 28 t/m 39
(en controleer je antwoorden)

Succes!!

Slide 16 - Tekstslide

Wat vond je van deze paragraaf?
A
makkelijk
B
beetje makkelijk
C
beetje moeilijk
D
moeilijk

Slide 17 - Quizvraag

volgende keer
paragraaf 1.4

DICHTHEID

Slide 18 - Tekstslide