testje paragraaf 5.1

Behoren de voorbeelden tot de particuliere- of collectieve sector? 
Collectieve sector
Particuliere sector
Collectieve sector
Collectieve sector
Collectieve sector
Particuliere sector
Particuliere sector
Particuliere sector
Collectieve sector
Particuliere sector
Albert Heijn
Belastingdienst
KLM
Philips
UWV
1 / 14
volgende
Slide 1: Sleepvraag

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Behoren de voorbeelden tot de particuliere- of collectieve sector? 
Collectieve sector
Particuliere sector
Collectieve sector
Collectieve sector
Collectieve sector
Particuliere sector
Particuliere sector
Particuliere sector
Collectieve sector
Particuliere sector
Albert Heijn
Belastingdienst
KLM
Philips
UWV

Slide 1 - Sleepvraag

In de collectieve sector is er
A
sprake van marktwerking.
B
GEEN sprake van marktwerking.

Slide 2 - Quizvraag

De collectieve sector wil ...
A
geen winst maken
B
winst maken

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen particuliere sector?
A
Schoenenwinkel
B
Fietsenwinkel
C
Ziekenhuis
D
Reclamebedrijf

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de particuliere sector?
A
Van de overheid, wil winst maken
B
Van de overheid, wil geen winst maken
C
Niet van de overheid, wil winst maken
D
Niet van de overheid, wil geen winst maken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de collectieve sector?
A
de 1e en de 2e kamer
B
de overheid en de ZBO's
C
het rijk, de provincies en de gemeentes
D
de overheid en de BSO's

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn collectieve goederen?
A
voorzieningen voor burgers die worden betaald door overheid
B
betaalde voorzieningen voor burgers voor een lange tijd
C
voorzieningen waar je voor betaald voor een korte tijd
D
voorzieningen voor burgers waar de overheid winst maakt

Slide 7 - Quizvraag

Sleep alle producten/diensten die onder collectieve goederen vallen naar het begrip collectieve goederen.
Collectieve goederen

Slide 8 - Sleepvraag

De overheid geeft veel geld uit aan collectieve goederen. Voor wie zijn de collectieve goederen bestemd?
A
burgers
B
ambtenaren
C
rijksoverheid
D
rijk, provincie, gemeente

Slide 9 - Quizvraag

Wat is er marktwerking in de zorg
A
Zorgverzekeringswet
B
Zorg tegen de beste prijs
C
Concurrentie tussen zorgverzekeraars onderling en tussen
D
Hoe de markt werkt in de zorg

Slide 10 - Quizvraag

Wat is marktwerking?
A
Dat de markt in het dorp goed draait.
B
Dat er concurrentie op een markt bestaat en hierdoor de prijzen dalen.
C
Dat er concurrentie op een markt bestaat en hierdoor de prijzen stijgen.
D
Dat bedrijven samenwerken om zoveel mogelijk winst te maken.

Slide 11 - Quizvraag

Privatisering
Nationalisering
De overheid draagt werkzaamheden over aan particuliere bedrijven
Bedrijven uit de particuliere sector worden door de overheid overgenomen

Slide 12 - Sleepvraag

Voor- en nadelen van privatiseren
Sleep de zinnen in de juiste kolom.
Voordelen
Nadelen
Minder kosten voor de overheid.
Lagere prijzen door marktwerking.
Kans op minder kwaliteit.
Meer keuzevrijheid.
Overheid verliest inspraak.

Slide 13 - Sleepvraag

Privatiseren heeft voor- en nadelen voor de consument. Geef aan wat de voor- en nadelen van privatiseren zijn. 
Voordelen
Nadelen
Door concurrentie kan de prijs dalen
Het bedrijf streeft naar winst en kan daarbij onverantwoorde risico's nemen
Het winststreven kan ten koste gaan van kwaliteit en service
Concurrentie kan zorgen voor innovatie

Slide 14 - Sleepvraag