Werk en inkomen

Wijzer in geldzaken 
Gastlessen
Overzicht inkomsten en uitgaven
Op jezelf wonen
Werk en inkomen
CAO en salaris

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wijzer in geldzaken 
Gastlessen
Overzicht inkomsten en uitgaven
Op jezelf wonen
Werk en inkomen
CAO en salaris

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Op jezelf wonen
Welke uitgaven denk jij aan?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Link

Doe de geldtypetest
Wat vind jij van de uitslag van de Geldtypetest?
Schrijf dit op in een Word bestand en bewaar deze in je map Burgerschap.
Geld Chaoot
Big spender
Rekenmaster
Super spaarder

Slide 5 - Tekstslide


Als jongeren 18 jaar worden, zijn ze voor de wet financieel zelfstandig. 
Je moet dan zelf een DigiD regelen, een zorgverzekering afsluiten en zorgtoeslag aanvragen. 

Bij de meeste jongeren verloopt dat goed, maar voor veel jongeren is financieel zelfstandig worden een grote uitdaging. 

Uit onderzoek van de BKR blijkt dat 24.000 jongeren tussen de 
18 en 25 jaar kampt met één of meerdere betalingsproblemen. 

 

Slide 6 - Tekstslide

Het geld brandt hem in de zak
A
Hij heeft het geld in de brand gestoken
B
Hij geeft graag en gemakkelijk geld uit
C
Hij heeft geld uit de kassa gestolen

Slide 7 - Quizvraag

Al krijg ik geld mee...
A
Dan doe ik het nog steeds niet
B
Dan koop ik een bos bloemen voor jou
C
Dan koop ik nog geen chocolade

Slide 8 - Quizvraag

Het geld groeit niet op de rug
A
Er moet hard gewerkt worden voor geld
B
Het geld staat niet op de bankrekening
C
De lening kan niet betaald worden

Slide 9 - Quizvraag

Geld uit iets slaan
A
De spaarpot kapot maken met een hamer
B
Ergens geld aan verdienen
C
De snoepautomaat heen en weer schudden

Slide 10 - Quizvraag

Werk en inkomen
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat arbeid is
Je kunt uitleggen wat basisbehoeften zijn
Je weet wat er op je loonstrookje staat
Je kunt uitleggen wat een verzorgingsstaat is




Slide 11 - Tekstslide

Wat is arbeid?
Arbeid is elke lichamelijke of geestelijke activiteit met het doel een product of dienst te leveren


Betaald of onbetaald
Formeel of informeel

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te werken?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het nut van werken?
  • Geld verdienen
  • Nuttig voelen
  • Waardering krijgen
  • Zelfvertrouwen
  • Zonder werknemers kan een bedrijf zijn doelen niet bereiken
  • Je draagt bij aan de maatschappij en aan het draaien van de economie 

Slide 15 - Tekstslide


Ik ben trots op het werk dat ik doe
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Ik werk vooral om geld te verdienen
Eens
Oneens

Slide 17 - Poll

Mijn collega's maken mijn werk leuker
Eens
Oneens

Slide 18 - Poll

Primaire en secundaire behoeften
Iedereen heeft geld nodig. 
Je gebruikt geld om te voorzien in behoeften.
Primaire behoeften (basisbehoeften) kun je niet zonder: voedsel, kleding, woonruimte, veiligheid en gezondheidszorg
Secundaire behoeften zijn: sport, uitgaan, onderwijs, vervoer
Bestaanszekerheid: bij ziekte of werkloosheid een basisinkomen dat voorziet in je basisbehoeften

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Opdracht loonstrook

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video

Wat moet er in een arbeidscontract staan?

Slide 25 - Open vraag

Arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst is een contract waarin afspraken staan tussen jou en je werkgever. In dit contract kom je samen met je werkgever overeen wat je primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden zijn.

In een contract staan de afspraken die gemaakt zijn tussen een werknemer en werkgever, zoals de ingangsdatum van het contract, de duur van de overeenkomst, de functie van de werknemer, de arbeidsduur, het salaris en de van toepassing zijnde cao.

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht CAO onderzoek

Slide 27 - Tekstslide

Consument
Je bent een consument als je een aankoop doet. Dit kunnen goederen of diensten zijn.
  1. Basisbehoefte
  2. Goed gevoel (veiligheid of zekerheid)
  3. Gevoel erbij te horen
  4. Waardering, succes of status
  5. Mogelijkheid om je te ontwikkelen 

Slide 28 - Tekstslide

Waar moet een product aan voldoen voordat jij het koopt?
De juiste prijs
De juiste kwaliteit
Of je het echt nodig hebt
Je koopt het gewoon als je het leuk vind
Anders....

Slide 29 - Poll

Wat heb jij voor het laatst gekocht?

Slide 30 - Open vraag

Mindfuck

Slide 31 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
Loon/salaris: een deel van je loon sta je af aan belastingen en premies. Dit wordt door de overheid gebruikt voor welzijn van de burgers → gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid.
Als burger heb je recht op verschillende voorzieningen bij werkloosheid of ziekte
Sociale zekerheid → bestaanszekerheid

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Nederland is een verzorgingsstaat:
1. Voorzieningen zoals onderwijs en zorg voor iedereen
2. Bestaanszekerheid door sociale zekerheid, zoals uitkeringen

Sociaal minimum: Door de overheid vastgesteld minimum bedrag om van te kunnen leven.
Zorgt de overheid voor ons?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Sociale verzekeringen
Sociale voorzieningen
werknemers-verzekeringen
volks-verzekeringen
WW 
WIA 
AOW
ANW
kinderbijslag
bijstand

Slide 36 - Sleepvraag

Opdracht in tweetallen
Sociale zekerheid vergelijken
  • Kies een land dat je wilt onderzoeken
  • Beantwoord de vragen
  • Sluit af met een presentatie

Zie teams voor de opdracht

Slide 37 - Tekstslide

Terugblik LMO 2023
Gastlessen over geld
Inzicht inkomsten en uitgaven
Op jezelf wonen
Eindopdracht "It's all about the budget"

Slide 38 - Tekstslide