In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 7 Krachten
Paragraaf 7.5 Krachten in evenwicht
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling
Test je kennis aan de hand van de volgende vragen.
Slide 2 - Tekstslide
Een gewichtheffer kijkt zeer ingespannen. Kun je krachten zien?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Is er maar één soort kracht?
A
Ja, alle krachten zijn hetzelfde.
B
Nee, er zijn meer soorten krachten.
C
Nee, dat hangt van de plaats af.
D
Ja, dat is de spierkracht.
Slide 4 - Quizvraag
Sleepopdracht. Sleep de juiste vakken bij elkaar.
kracht
symbool voor kracht, denk aan het Engelse woord voor kracht!
Eenheid voor kracht en de achternaam van een beroemd persoon!
Symbool voor de eenheid van kracht, tevens de eerste letter van de achternaam van een beroemde wetenschapper die naar vallende appels onder een boom zat te kijken!
grootheid
F
Newton
N
Slide 5 - Sleepvraag
Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram
Slide 6 - Quizvraag
Welke verandering van beweging vond plaats op het moment dat deze foto is gemaakt?
A
Verandering van richting
B
Verandering van snelheid
C
Verandering van snelheid en van richting
D
Geen verandering van beweging
Slide 7 - Quizvraag
Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.
Slide 8 - Quizvraag
Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl
Slide 9 - Quizvraag
De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt noemen we:
A
Wrijvingskracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Spankracht
Slide 10 - Quizvraag
het zwaartepunt van een voorwerp zit altijd in het midden
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Bereken de zwaartekracht op een glas water met een massa van 300 gram.
A
3000 N
B
3,00 N
C
30,0 N
D
300 N
Slide 12 - Quizvraag
Bereken de zwaartekracht op een een stalen balk met een massa van 375 kilogram.
A
3750 N
B
375,0 N
C
37500 N
D
37,50 N
Slide 13 - Quizvraag
Bereken de massa van een voorwerp waarop een zwaartekracht van 450 N werkt.
A
4500 kg
B
4,5 kg
C
45 kg
D
450 kg
Slide 14 - Quizvraag
Krachten in evenwicht.
Als krachten in evenwicht zijn is het resultaat 0 Newton.
Zie de volgende slides voor voorbeelden.
Slide 15 - Tekstslide
Normaalkracht
De normaal kracht is de kracht die de
tafelblad loodrecht omhoog uitoefent
op de fruitschaal.
Er is evenwicht dus de fruitschaal
komt niet in beweging.
Fn
Slide 16 - Tekstslide
Krachten in evenwicht
Twee krachten zijn evengroot en werken in
de tegenovergestelde richting.
Daardoor gebeurt er niets.
De zak beweegt niet omhoog
en niet omlaag.
Slide 17 - Tekstslide
Resulterende kracht (somkracht)
Slide 18 - Tekstslide
Als krachten niet in evenwicht zijn
is de resulterende kracht niet gelijk aan 0 N.
Je kunt dan de resulterende kracht of somkracht berekenen.
(hoe groot is hier de resulterende kracht op de olifant?)
Slide 19 - Tekstslide
Resulterende kracht bepalen
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht 1
1
2
3
4
5
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht 2
1
2
3
4
5
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht 3
1
2
3
4
5
Slide 23 - Tekstslide
Opdracht 4
1
2
3
4
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Als de kracht vooruit groter is dan de kracht achteruit dan komt de fiets versneld in beweging.