KA 14: de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Tijdvak 4 Steden en Staten
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 4 Steden en Staten

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Welke veranderingen er aan het einde van de 10e eeuw in Europa plaatsvinden. 

Slide 2 - Tekstslide

Rond 1000 n.Chr

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
Welke veranderingen er aan het einde van de 10e eeuw in Europa plaatsvinden. 
Klimaatverandering in de 10e eeuw en de gevolgen daarvan
Technische innovaties uit de 10e eeuw en de gevolgen daarvan

Slide 4 - Tekstslide

Vorige les
Groeide macht van steden in de 12e eeuw > waarom de stadsrechten hiervan het bewijs zijn.
Zelfstandige steden > wie zijn er dan de elite binnen de steden?
Hoe werd er gezorgd voor 'de rest' van de bevolking?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

macht in de stad:
de kooplieden
ambachtslieden

Slide 10 - Tekstslide

Werken in de stad

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De Middeleeuwse stad
Zeker geen saaie plaats! Welke ambachten zie jij? 
Wat herken jij voor gebouwen? Herken jij de 3 standen? Wat is een gilde? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Dit ambacht heet...
Dit ambacht heet een kruier. 
Iemand die helpt met dragen, vertillen, verhuizen, of sjouwen.

Slide 17 - Tekstslide

Dit ambacht heet...
Dit ambacht heet een kaasdrager.
Kazen uit Gouda zijn erg beroemd. 
De kazen werden gedragen, een erebaantje!

Slide 18 - Tekstslide

Dit ambacht heet...
Dit ambacht heet een leerlooier
Iemand met dit vak kon stugge dierenhuiden bewerken tot leer, en et in elke vorm krijgen. Een paardenzadel, of een tas. 

Slide 19 - Tekstslide

Dit ambacht heet...
Dit ambacht heet een timmerman
Iemand met dit vak kon huizen helpen bouwen (die van hout waren) of meubels maken.

Slide 20 - Tekstslide

Dit ambacht heet...
Dit ambacht heet een houtrasper
Iemand met dit vak kon hout raspen. Van een kromme boomstam raspte men er een mooie ronde balk van. Een mooie spriet of een mooie mast voor een schip!

Slide 21 - Tekstslide

Ik ben de meester
Ik ben goed in dit ambacht. Om dit vak te leren ga je bij mij 'in de leer'. Dan leer ik je dit vak. 

Je gaat niet naar school maar je werkt. Regelmatig moet je een proef maken, tot je examen doet. Ben je geslaagd dan ben je net zo goed als ik in dit ambacht. 

Schilders, dokters, bakkers en slagers hadden allemaal gildes. 
Ik ben de leerling
Ik let goed op en doe goed mijn best. Ik ga toch niet naar school. 

Als ik het goed doe, ben ik over 10 jaar misschien wel geslaagd! 
Hoezee!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

aan de slag!
lezen en leren blz 46
maken opdrachten blz 47

Slide 24 - Tekstslide

14.1

Slide 25 - Open vraag

14.2

Slide 26 - Open vraag

14.3

Slide 27 - Open vraag

14.4

Slide 28 - Open vraag

14.5

Slide 29 - Open vraag

je hebt vraag 14.1 t/m 14.5 gemaakt en nagekeken.
Dit zijn verwerkingsvragen.
Reflecteer hier op en schrijf dit hieronder op. Geef je zelf ook een cijfer tussen de 1 en de 10

Slide 30 - Open vraag

14.6

Slide 31 - Open vraag

14.7

Slide 32 - Open vraag

14.8

Slide 33 - Open vraag

14.9

Slide 34 - Open vraag