DNA replicatie deel 2

DNA replicatie
Aan het einde van de les weet je hoe DNA wordt verdubbeld
Hoe een PCR-test werkt en wat gelelektroforese doet
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

DNA replicatie
Aan het einde van de les weet je hoe DNA wordt verdubbeld
Hoe een PCR-test werkt en wat gelelektroforese doet

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide






Stap 1: verhitten =  waterstofbruggen verbreken/ denaturatie
PCR

Slide 4 - Tekstslide






Stap 2: primers, TAQ polymerase (hittebestendig), losse nucleotiden (dATP, dGTP, dCTP en dTTP) toevoegen
PCR

Slide 5 - Tekstslide






Stap 3: nieuwe DNA strengen worden gevormd

PCR

Slide 6 - Tekstslide






Stap 4 = stap 1
Zie BINAS: 71M2


PCR

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Gelelectroforese
1. DNA sample in een `slotje`
2. Stroom op de gel zetten 
     (DNA is negatief geladen)
3. Grote fragmenten gaan
langzamer naar de positieve
kant.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

PCR: welke twee primers kunnen gebruikt worden voor replicatie van dit gen?
A
5' ATA 3' 5' GCC 3'
B
3' ATA 5' 3'GCC 5'
C
3' TAT 5' 3' GGG 5'
D
5' TAT 3' 3' GGG 5'

Slide 11 - Quizvraag

Bij DNA-replicatie wordt 1 streng continu gerepliceerd, de andere in fragmenten. Waardoor kunnen ze niet beide continu worden gerepliceerd?
A
Doordat DNA-polymerase alleen aan de 3' kant van de nieuwe streng kan bouwen
B
Doordat DNA-polymerase alleen aan de 5' kant van de nieuwe streng kan bouwen
C
Doordat helicase alleen van 3' naar 5' gaat
D
Doordat helicase alleen van 5' naar 3' gaat

Slide 12 - Quizvraag

Jeroen bestudeert de werking van een PCR. In stap 1 worden twee verschillende primers toegevoegd (c en d). Om welke reden zijn ze verschillend?
A
Dan gaat de DNA-vermeerdering sneller.
B
Dan kunnen beide DNA-strengen worden gekopieerd.
C
Dan kunnen er twee verschillende genen worden gekopieerd.
D
Een primer dient voor "start" de ander voor "stop".

Slide 13 - Quizvraag

Je begint met 1 dubbelstrengs sliertje DNA. Hoeveel sliertjes heb je na 5 PCR cycli?
A
5 sliertjes
B
10 sliertjes
C
32
D
64

Slide 14 - Quizvraag

Voor een PCR zijn primers nodig. Wat zijn primers en waar zijn ze voor nodig?
A
Het zijn stukjes DNA die complementair zijn aan het doel- DNA
B
Het zijn stukjes RNA. Ze dienen als startpunt voor DNA-polymerase
C
Het is een enzym dat een stukje DNA maakt zodat replicatie kan beginnen
D
Het is een enzym dat de strengen DNA uit elkaar haalt

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Geef antwoord over de vraag op de vorige slide.

Slide 17 - Open vraag