Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal blok 5, week 4, les 17
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 3 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
- Vraagzin (pv staat vooraan)
- Andere tijd (pv verandert mee)
- Ander "getal" (pv verandert mee)
Slide 4 - Tekstslide
Maak van de volgende zin een vraagzin, wat is de PV?
Jij gaat naar school.
Slide 5 - Open vraag
Verander de tijd in de volgende zin, wat is de PV in mijn zin?
Ik loop erg hard.
Slide 6 - Open vraag
Verander "het getal" in de volgende zin, wat is de PV in mijn zin?
Ik ben bang
Slide 7 - Open vraag
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Slide 8 - Tekstslide
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Wie of wat gedeelte
Slide 9 - Tekstslide
Kun jij het onderwerp in deze zin vinden?
Slide 10 - Open vraag
Zoek de onderwerpen:
1. Wij zijn op vakantie
2. Ik en Ben zijn te laat op school
3. komt je broertje bij me spelen?
Slide 11 - Open vraag
De regel is:
Als
je
of
jij
ná de persoonsvorm komt, schrijf je de persoonsvorm
zonder
t (de stam).
let op
: je of jij moet dan wel het
onderwerp
van de zin zijn!
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de stam van de volgende werkwoorden:
fietsen, lopen, werken, worden
Slide 13 - Open vraag
Hoe schrijf je het werkwoord?
____ je op het politiebureau?
A
Werken
B
Werk
C
Werkt
D
Werkd
Slide 14 - Quizvraag
Hoe schrijf je het werkwoord?
____ je vader op het politiebureau?
A
Werken
B
Werk
C
Werkt
D
Werkd
Slide 15 - Quizvraag
Hoe schrijf je het werkwoord?
____ je vader en moeder op het politiebureau?
A
Werken
B
Werk
C
Werkt
D
Werkd
Slide 16 - Quizvraag
Hoe schrijf je het werkwoord?
____ je vader morgen al 45?
A
Worden
B
Word
C
Wort
D
Wordt
Slide 17 - Quizvraag
Hoe schrijf je het werkwoord?
____ je morgen al 10?
A
Worden
B
Word
C
Wort
D
Wordt
Slide 18 - Quizvraag
Hoe schrijf je het werkwoord?
____ jij en je zusje morgen al 10?
A
Worden
B
Word
C
Wort
D
Wordt
Slide 19 - Quizvraag
Maak de snappet opdrachten in 2-tallen.
Denk aan de regel!
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
T2L9: Supertalenten
Februari 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden vervoegen
Maart 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Onderwerp en persoonsvorm
November 2023
- Les met
52 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2OK Zelftoets T5T6
Februari 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
H2, 3, 4 taalverzorging
April 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mei 2022
- Les met
44 slides
Taal
Primary Education
L3 Taalbeschouwing: zinsleer
September 2024
- Les met
48 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2A - herhaling zinsontleding
September 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Secundair onderwijs