22-01-2024 zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke zelfstandig naamwoorden zie je in de klas? Noem er 5.
Slide 3 - Open vraag
Wat zijn de znw in de volgende zin?
De bakker bakt een lekkere taart in de bakkerij.
De bakker bakt een lekkere taart in de bakkerij.
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn de znw in de volgende zin?
Ik ga het liefst op vakantie naar Griekenland.
Ik ga het liefst op vakantie naar Griekenland.
Slide 6 - Open vraag
Wat zijn de znw in de volgende zin?
De antwoorden van de opdracht staan in het boek.
De antwoorden van de opdracht staan in het boek.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Noem zoveel mogelijk bijvoeglijk naamwoorden.
