incongruentie, tangconstructie en dat/als-constructie
Vandaag:
Je kunt congruentiefouten herkennen en verbeteren in een zin.
Je kunt dat/als-constructie herkennen en verbeteren.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Vandaag:
Je kunt congruentiefouten herkennen en verbeteren in een zin.
Je kunt dat/als-constructie herkennen en verbeteren.
Slide 1 - Tekstslide
Incongruentie
onderwerp en persoonsvorm moeten hetzelfde aantal hebben
De jongens eten gezellig een appel.
De meisjes kijkt naar de jongens die appels eten.
Slide 2 - Tekstslide
Goed of fout? De media schrijft bijzonder negatief over deze superster.
A
Goed
B
Fout
Slide 3 - Quizvraag
De media schrijft bijzonder negatief.
media = onderwerp = meervoud
schrijft = pv = ev
-> getal onderwerp en pv komen niet overeen = incongruentie
Slide 4 - Tekstslide
Goed of fout? De media hebben ons verkeerd ingelicht.
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Goed of fout? De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout
Slide 6 - Quizvraag
De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout
Slide 7 - Quizvraag
Verzamelwoord als onderwerp
'De jeugd' lijkt meervoud , is enkelvoud
->incongruentie
De media lijkt enkelvoud, is meervoud
Slide 8 - Tekstslide
Mensen die belangstelling hebben voor de functie worden verzocht te reageren.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quizvraag
Meewerkend voorwerp wordt ten onrechte als onderwerp gezien.
verzwegen ow: Er wordt aan mensen die belangstelling hebben....
-> incongruentie
Slide 10 - Tekstslide
Goed of fout? Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren bij de meeste huishoudens alleen maar verder zullen toenemen.
A
Goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Incongruentie kan dus komen door:
-verzamelwoord als onderwerp -onderwerp en pv staan te ver uit elkaar -het mv wordt ten onrechte als ow gezien
Slide 12 - Tekstslide
Maak opdr. 4, p. 10
timer
5:00
Slide 13 - Tekstslide
Antwoorden opdracht 4
A. De media berichtte --> berichtten
B. Bleken --> bleek
C. Zijn --> is
D. Zijn --> is
E. Heeft --> hebben
F. Gingen --> ging
Slide 14 - Tekstslide
Tangconstructie
'Het in november door de feestcommissie gepresenteerde plan is enthousiast ontvangen.'
Slide 15 - Tekstslide
Tangconstructie
In een tangconstructie staan woorden of zinsdelen die bij elkaar horen ver uit elkaar.
Slide 16 - Tekstslide
dat/als-constructie
We vinden het niet mooi als de woorden 'dat' en 'als/wanneer/indien' naast elkaar staan. Je kunt dit eenvoudig oplossen door de bijzin te verplaatsen.
1) zoek de 'als-zin' op
2) verplaats deze bijzin naar het einde van de zin
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Hoe verbeter je de volgende zin? Ik durf te wedden dat als de leerlingen alle opgaven maken, ze de stof goed begrijpen.
Slide 23 - Open vraag
Oefenen met tangconstructie en dat/als-constructie