V5 - Het Midden-Oosten - Joods-Palestijnse conflict

V5 - Het Midden-Oosten

100 jaar brandhaard van de wereldpolitiek
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke verschillende groepen een rol spelen in het conflict tussen Israël en de Arabische wereld, en welke gebieden bij dit conflict zijn betrokken.

Onderdelen in deze les

V5 - Het Midden-Oosten

100 jaar brandhaard van de wereldpolitiek

Slide 1 - Tekstslide

Thema Midden-Oosten
Als we alle conflicten en problemen van nu, in het Midden-Oosten en hier in Europa, willen begrijpen dan moeten we iets weten van de geschiedenis van de afgelopen 100 jaar

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze week doen? 
Les 1 
  • Oriëntatiekennis 
  • Leerdoel video
  • Vragen over de video
  • Schrijfopdracht week 1 

Les 2 
  • Lezen
  • Schrijfopdracht maken

Slide 3 - Tekstslide

Israël en Palestina

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je over Israel? Schrijf op.

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Joden in het Romeinse Rijk
  • Leefden in de provincie Judea

  • Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar '1'

  • Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme). 

Slide 9 - Tekstslide

Joden in het Romeinse Rijk
  • Joden erkennen de Romeinse goden niet

  • Julius Caesar maakt uitzondering voor Joden, maar dan moeten ze wel extra belasting betalen

  • Extra belastingen zorgen voor onrust, opstanden en uiteindelijk oorlog (Joodse Oorlog: 66-70 n. Chr.)

Slide 10 - Tekstslide

Joodse diaspora

  • Na een tweede mislukte opstand is de maat vol: Joodse rituelen verboden en zij mochten niet meer in Jeruzalem komen. 

  • Overgebleven Joden trekken/vluchten weg uit de provincie Judea (latere naam: Syria-Palestina). Dit staat ook bekend als: 

  • Diaspora (letterlijk: verstrooiing) De verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Antisemitisme in de Middeleeuwen
  • Antisemitisme: Jodenhaat

  • Gevolgen: verbod op het bezit van eigen grond, uitgesloten worden van verschillende soorten banen (Joden moeten andere, gevaarlijke, niet populaire beroepen gaan uitoefenen: bankier of juwelier)

  • Joden worden bij rampen gezien als schuldigen (zondebok) met pogroms tot gevolg

Slide 13 - Tekstslide

Jiddische woorden in de Nederlandse taal
Jiddisch is een Hebreeuws-Duitse mengtaal van de Joden die zich in de zeventiende eeuw in de Nederlanden vestigden

bolleboos, gabber, gein, jatten, kapsones, bajes, gozer, pleite, mazzel, tof, jatten, stiekem, lef, smeris, smoes, snaaien, lawaai, heibel, enz. enz. enz.

Slide 14 - Tekstslide

Palestina na de Romeinen
  • Het gebied werd in de 7e eeuw door Arabische moslims (het Arabische rijk) veroverd.

  • In de stad Jeruzalem bouwden ze op de Tempelberg o.a.: de Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee

  • In die tijd woonden moslims, christenen en Joden min of meer vreedzaam naast elkaar

Slide 15 - Tekstslide

Zionisme wil een eigen staat

  • Antisemitisme in Oost- en West-Europa neemt toe eind 19e eeuw / begin 20e eeuw
    (zie Dreyfusaffaire)

  • Rijken kopen land in Palestina, voornamelijk Oost-Europese Joden emigreerden hiernaar toe. 

  • Vestiging met steun Britten. 

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
3. Je kunt een beschrijving geven van het ontstaan van de staat Israël aan de hand van de begrippen Zionisme, Balfourverklaring en Holocaust.

4. Je kunt een verklaring geven waarom de Joodse staat is geboren uit onrecht en gegrondvest is op onrecht.

Kijkopdracht
  • Tijdens het kijken luister je goed en noteer je:

  • Een uitleg/definitie van de drie begrippen: Zionisme, Balfourverklaring en Holocaust
  • Maak voor jezelf een ruwe tijdlijn door alle jaartallen op te schrijven die je hoort
  • Beantwoord voor jezelf de vraag: Uit welk onrecht is Israël geboren? Op welk onrecht is het gegrondvest?
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat was de Balfourverklaring en welke rol speelde deze verklaring bij het ontstaan van Israël?

Slide 19 - Open vraag

In welk jaar werd de staat Israël gesticht?
A
1917
B
1948
C
1967
D
1973

Slide 20 - Quizvraag

1. Uit welk onrecht werd Israël geboren?
2. Op welk onrecht is Israël gegrondvest?

Slide 21 - Open vraag

Nationalisme en Zionisme (1)
  • Nationalisme komt in de 19e eeuw sterk op: veel landen/volken willen laten zien dat zij het beste zijn.

  • Hierdoor zijn andere landen / volken / culturen minder.

  • Gevolg: discriminatie, onderdrukking en geweld

Slide 22 - Tekstslide

Nationalisme en Zionisme (2)

  • Zionisme: het streven van Joden naar een eigen Joodse staat (het liefst in Palestina)

  • Belangrijke zionist: Theodor Herzl (1860-1904, boek: Der Judenstaat)

Slide 23 - Tekstslide

Zionisme










‘We vormen een volk, één volk. Overal waar we geleefd hebben, hebben we oprecht geprobeerd ons aan te passen aan de levensstijl van anderen, zonder ons eigen geloof op te geven. Maar dat stond men ons niet toe... Daarom is het antwoord simpel. Geef ons een stukje aarde waar we in overeenstemming met onze eigen Joodse behoeften kunnen leven, dan zullen we ons voor de rest best kunnen redden.’
'We vormen een volk, één volk. Overal waar we geleefd hebben, hebben we oprecht geprobeerd om ons aan te passen aan de leefstijl van anderen, zonder ons eigen geloof op te geven. Maar dat stond men ons niet toe... Daarom is het antwoord simpel. Geef ons een stuk aarde waar wij in overeenstemming met onze eigen Joodse behoeften kunnen leven, dan zullen wij ons voor de rest best kunnen redden.'    
- Theodor Herzl, Der Judenstaat, 1896

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Deel 2 - Zelfstandig werken
  • Lees Themakatern Het Midden-Oosten: 
Hoofdstuk 2 'Geboren uit onrecht, gegrondvest op onrecht'

  • Begin aan weekopdracht 

Slide 26 - Tekstslide

Algemene instructie bij de wekelijkse schrijfopdracht
De N-term van de toets wordt mede bepaald aan de hand van de schrijfopdrachten. Dit zijn korte betogen met een stelling die te maken heeft met de stof van dit themakatern. Het schrijven van een betoog is een belangrijke vaardigheid omdat je leert hoe je uitspraken in meningen vanuit verschillende perspectieven kunt onderbouwen en weerleggen. Want zo werkt geschiedenis vaak ook: verschillende (groepen) mensen kijken op verschillende manieren naar het verleden. Wat voor de ene groep een onafhankelijkheidsoorlog is, kan voor een andere groep een vrijheidsstrijd zijn.

De basisvoorwaarden zijn:
  • Je levert alle weekopdrachten in minimaal één week voor de toets (toetsdatum is nog niet vastgesteld).
  • Je levert het document online in.
  • Er is geen plagiaat gebruikt en
  • het woordenaantal wijkt niet meer dan 10% af van de n
Het betoog heeft een vaste opbouw van vier onderdelen:
1. Je introduceert de stelling;
     - Bijv: "De auteur is van mening dat ..."
2. Je geeft aan of de auteur volgens jou gelijk heeft; 
     - Bijv: "Hier ben ik het (wel/niet) mee eens .....
3. Beargumenteer waarom hij wel of geen gelijk heeft:
     - Bijv: "Ten eerste omdat ... / want ..."
4. Je trekt je conclusie: 
     - Bijv: "Daarom ben ik dus van mening dat ...."


De rubric voor beoordeling staat op de volgende slide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
Aan de slag!

Slide 30 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Antisemitisme, 
  • Balfourverklaring, 
  • diaspora, 
  • dienstplicht, 
  • Holocaust/Shoah, 
  • Mossad, 
  • Palestijn/Palestina, 
  • zionisme

Slide 31 - Tekstslide

Personen uit deze les
• Theodor Hetzl 1860-1904
• David Ben Goerion 1886-1973

Slide 32 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
• Balfourverklaring (1920)
• Stichting van de staat Israël (1948)
• Rampjaar/Wonderjaar (1948)


Slide 33 - Tekstslide