HERHALINGSLES -

Naast wie zou je willen zitten?
Maak een tweetal en ik wijs je een plek aan!

Als je beter alleen kan zitten, graag!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Naast wie zou je willen zitten?
Maak een tweetal en ik wijs je een plek aan!

Als je beter alleen kan zitten, graag!

Slide 1 - Tekstslide


Als de timer op nul staat dan:

1. ben je ingelogd in de lesson-up
2. ligt je werkboek en pen op tafel
3. ben je stil, zodat de les kan starten.
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Das Programm für Heute
- Herhaling der/die/das
- Herhaling ein/eine/kein/keine
Herhaling vraagwoorden en kleine zinnen
- tussendoortje
- woordjes herhaling
- tijd over? aan de slag!

Slide 3 - Tekstslide

Onkel
A
der
B
die
C
das

Slide 4 - Quizvraag

Junge
A
der
B
die
C
das

Slide 5 - Quizvraag

Haustier
A
der
B
die
C
das

Slide 6 - Quizvraag

Suppe
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quizvraag

Flasche
A
der Flasche
B
die Flasche
C
das Flasche

Slide 8 - Quizvraag

März
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quizvraag

Stunde
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quizvraag

Übung
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

Sohn
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

..... alt bist du?
A
Wie?
B
Wo?
C
Was?
D
Wann?

Slide 13 - Quizvraag

..... ist deine Handynummer?
(..... is jouw mobiel nummer)
A
Wer?
B
Wann?
C
Was?
D
Warum?

Slide 14 - Quizvraag

............bist du?
A
wie
B
was
C
wer

Slide 15 - Quizvraag

__________ wohnst du?
A
Wo
B
Wann
C
Was
D
Woher

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal:
Wie alt bist du?

Slide 17 - Open vraag

Hoe heet jij?
A
Wie heist du?
B
Wie heisst du?
C
Wie heißst du?
D
Wie heißt du?

Slide 18 - Quizvraag

Das ist ____ Zimmer (das)
A
mein
B
meine

Slide 19 - Quizvraag

Sie ist ____ Tante (die)
A
mein
B
meine

Slide 20 - Quizvraag

Das ist ____ Freunde (die - mv)
A
mein
B
meine

Slide 21 - Quizvraag

Das ist ____ Onkel (der)
A
mein
B
meine

Slide 22 - Quizvraag

Jonas ist ein / eine Kind.
A
ein
B
eine

Slide 23 - Quizvraag

Drachten ist ein / eine Dorf
A
ein
B
eine

Slide 24 - Quizvraag

Jan und Max sind kein / keine Freunde.
A
kein
B
keine

Slide 25 - Quizvraag

Mein Opa hat kein/keine Haare mehr.
A
kein
B
keine

Slide 26 - Quizvraag

Tussendoor!
setz dich
steh auf
Hände hoch
Hand hoch

Slide 27 - Tekstslide

Nu zonder te spieken!

Slide 28 - Tekstslide

Woordjes
Woordenlijst A
BOEKEN DICHT

Slide 29 - Tekstslide

Tijd over? Hard gewerkt!
Aufgabe 29 lezen!

Slide 30 - Tekstslide