signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Foto-opdracht

In de volgende foto's wordt een verhaaltje verteld.

Bekijk de foto's en bedenk wat er gebeurd is.

Foto-opdracht

Wat denk je dat er is gebeurd op de toiletten van het personeel?

Bekijk de volgende twee foto's nog eens. Noem één woord dat de plaatjes verbindt.

Welk woord verbindt plaatje 4

en plaatje 5?

Welk woord verbindt de twee gebeurtenissen?

leerdoel

Deze les gaan we signaalwoorden herkennen en bewust toepassen.

Wat zijn signaalwoorden?

Dit zijn woorden die verbanden aangeven tussen zinnen en alinea's.

Verschillende soorten verbanden

opsomming

oorzaak

reden

tegenstelling

tijd

Elk tekstverband heeft zijn eigen signaalwoorden.

opsomming

Signaalwoorden bij een opsomming zijn onder andere:

Ten eerste, ook, verder

Bedenk andere signaalwoorden voor een opsomming

oorzaak

Signaalwoorden die een oorzaak aankondigen zijn:

doordat, daardoor, door

Reden

Signaalwoorden die het verband 'reden' aankondigen zijn:

omdat, want, vanwege

tegenstelling

Signaalwoorden die een tegenstelling aankondigen zijn:

maar, echter, toch, in tegenstelling tot, hoewel

Tijd

Signaalwoorden die tijd aankondigen zijn onder andere:

Toen, vroeger, daarna

Bedenk nog meer signaalwoorden die tijd aangeven

Verhaaltje schrijven

- Schrijf nu een verhaaltje waarin je vertelt wat er is gebeurd op

   het toilet van het personeel.

- Gebruik in je verhaaltje ten minste vier signaalwoorden.

- Onderstreep alle signaalwoorden.

Lees het verhaaltje voor

De luisteraars staan op bij elk signaalwoord.