j3ns2 - 5 maart 2021 - PTA voorbereiding 2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Ben je al begonnen met leren voor de toets?

Programma en lesdoelen

Programma

- Kennischeck

- Molecuulformules en reactievergelijkingen

- Leertijd

- Afsluiten

Lesdoelen

- Je bent beter voorbereid voor de PTA toets dan dat je nu bent

Kennischeck

Ga naar www.socrative.com - Roomname = NASKOPDAM

Maak de quiz

Klaar? Leren! (Doornemen leerdoelen, samenvatting leren, bron 2 blz. 77 uit je hoofd leren, voorbeeldproefwerken maken)

Atomen

Atomen zijn de bouwstenen van moleculen. Worden ook wel elementen genoemd. Worden meestal afgekort in symbolen:

H, He, Na, Cu, N, O

Handig voor de PTA toets: aantal uit je hoofd leren

BINAS - weet waar je moet zoeken!

Wat is het symbool van fosfor?

Periodiek systeem

Groep 17 = halogenen (deze atomen reageren heftig met metalen)

Groep 18 = edelgassen (deze atomen reageren niet met andere stoffen)

Waar of niet waar: Broom reageert heftig met metalen

Waar

Niet waar

Molecuulformule

Hierin staat:

- Welke soorten atomen er in een molecuul zitten

- Hoeveel atomen van elk soort in een molecuul zitten

Molecuulformule

Molecuulformule: P₂O₅

Naam: difosforpentaoxide

Telwoorden: mono, di, tri, tetra, penta

Naam eindigt vaak op ide

Wat is de molecuulformule van natriumkoolstofdifluoride?

Ontleedbaar en niet-ontleedbaar

Als een atoom uit meerdere atoomsoorten bestaat dan is de stof ontleedbaar.

Als een atoom uit maar 1 atoomsoort bestaat dan is de stof niet ontleedbaar (bijvoorbeeld Na of Cu). 

Er zijn 7 niet-ontleedbare stoffen die uit 2 dezelfde atomen bestaan: H O N F Cl Br I

Wat is de wet van atoombehoud?

Wat is het verschil tussen een reactievergelijking en een reactieschema?

Reactievergelijking maken

1. Noteer het reactieschema in woorden

2. Schrijf van de stoffen de formules op

3. Bekijk in de formules hoeveel atomen van elk soort voor en na de pijl staan

4. Maak de reactievergelijking kloppend

5. Schrijf achter elke molecuulformule de fase (s, l of g)

Het metaal magnesium reageert met zuurstof tot de vaste stof magnesiumoxide. 

Natrium reageert met chloorgas tot natriumchloride (vaste stof). Geef de reactievergelijking.

Leertijd

Wat kan je doen?

- Samenvatten leerdoelen

- Bron 2 op blz 77 uit je hoofd leren

- Voorbeeldproefwerken H3 en H4 (in werkboek) maken en nakijken 

- Extra oefenopdrachten H3 en H4 maken (zie Classroom)

- Vragen stellen als je iets nog niet begrijpt

Welk cijfer ga je maandag halen?

Succes met leren!