Les 23: oe, uu of u (gevorderd)
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
5 woorden met oe
Slide 2 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
u
oe
Slide 3 - Sleepvraag
bussen
mussen
teruggeven
brug
cursus
typ 3 woorden met u
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
typ twee woorden met oe
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
A
broer
B
brur
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
boer
B
buur
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
moes
B
mus
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
lus
B
Loes
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
poes
B
pus
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
voer
B
vuur
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
stuur
B
stoer
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
hoer
B
huur
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
bus
B
boes
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
zuur
B
zoer
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
boeren
B
buren
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
doer
B
duur
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
