Taalverzorging H1 4GT

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk controle 
Hoofdletters - komma's herhalen
Huiswerk nakijken
Citeren oefenen
Aan de slag met werkwoorden 
Les evalueren 

Slide 2 - Tekstslide

Ik weet wanneer ik een hoofdletter moet gebruiken en wanneer niet.

Ik kan 3 plekken aanwijzen waar ik een komma neer moet zetten in een zin. 

Ik kan op 3 manieren citeren
Blz. 30 - 31 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2
  1. Jeroen, is er nog nieuws te melden over de brand in de fabriek? 
  2. In de kiosk zijn de Volkskrant, het NRC en Trouw te koop.
  3. We wisten niet wat er aan de hand was, totdat we het journaal zagen.
  4. Hoewel Jiska de krant altijd downloadt, kan ze niet zonder de papieren krant.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 5
[1] Natuurbeschermers in de Amerikaanse staat Wisconsin hebben vijf eekhoorns gered. 
De beestjes waren er ernstig aan toe, toen ze bij hun nest werden gevonden. 
Hun staarten waren in de knoop geraakt, zodat ze geen kant op konden. 
‘Het was bijna niet meer te zien welke staart bij welke eekhoorn hoorde’, vertelde een van de hulpverleners.


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 5

[2] Voor de ingewikkelde operatie zijn de eekhoorntjes eerst verdoofd. 
Daarna zijn de klitten voorzichtig weggeknipt. 
Daarbij moest niet in de staarten zelf worden geknipt, want die hebben de eekhoorns nodig voor balans en warmte.


Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 5
[3] Hoewel twee eekhoorns een beschadigde staart aan de operatie overgehouden hebben, gaat het goed met de dieren volgens een woordvoerder van de dierenbescherming.
Ze moeten eerst verder herstellen en daarna worden ze teruggezet in de vrije natuur.

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je al over citeren?

Slide 8 - Woordweb

Welke zin is correct?
A
Koen zei: ''Citeren is leuk.''
B
Koen zei: ''citeren is leuk.''
C
koen zei: ''citeren is leuk.''
D
Koen zei ''Citeren is leuk.''

Slide 9 - Quizvraag

Wat is citeren? 

  • Wat iemand zegt.
  • Dubbele punt (:).
  • Aanhalingstekens (").
  • Hoofdletter!!
  • Er komt GEEN punt NA de laatste aanhalingstekens. 

Slide 10 - Tekstslide

Welke zin is correct?
A
De dame vroeg: ''Heeft u een klantenkaart?
B
De dame vroeg: "Heeft u een klantenkaart.''
C
De dame vroeg: heeft u een klantenkaart?
D
De dame vroeg: ''Heeft u een klantenkaart?''

Slide 11 - Quizvraag

Maak de zin juist:
Sietse zei tegen Koen hallo, hoe gaat het?

Slide 12 - Open vraag

Wat als de zin begint met een citaat? 


  • Geen dubbele punt meer.
  • Punt vervangen met komma ( . -> , ).
  • Uitroepteken en vraagteken niet aan eind van citaat.
  • Zin eindigt wel met punt!!

Slide 13 - Tekstslide

Welke zin is correct?
A
Meneer Metselaar riep om ''stilte.''
B
"Stilte!" riep Meneer Metselaar.
C
"Stilte!", riep Meneer Metselaar.
D
Meneer Metselaar riep om: ''Stilte.''

Slide 14 - Quizvraag

Maak de zin juist:
ik hou van achtbanen zei koen

Slide 15 - Open vraag

Onderbroken citaat


  • Een zin die uit meerdere citaten bestaat. 
  • Bij iedere (citaat)zin gelden dezelfde regels. 

Slide 16 - Tekstslide

Maak de zin juist:
ik ga naar huis zei sietse. ik moet nog veel huiswerk maken.

Slide 17 - Open vraag

Maak opdracht 3 
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Controleer opdracht 3
  1. ‘Weg met dat fototoestel!’ riep de acteur zondag naar de opdringerige fotograaf.
  2. De gratis krant Metro vroeg wat jongeren graag anders zien in Amsterdam.
  3. De fokker zei: ‘De meeste Duitse herders zijn slim, aanhankelijk en makkelijk te trainen.’
  4. Lotje zeurde: ‘Papa en mama, wanneer mag ik nou een ijsje?’

Slide 19 - Tekstslide

Ik schrijf werkwoorden foutloos in de persoonsvorm TT en VT

Ik schrijf werkwoorden foutloos in de voltooide, onvoltooide tijd.

Ik kan een bijvoeglijk naamwoord maken van een voltooid deelwoord
blz. 32 - 33

Slide 20 - Tekstslide

Boek
Wat?
blz. 32 - 33
Opdracht 1 - 2 - 3 - 4 - 5
Hoe?
Zelfstandig 
Hoe lang?
20 minuten 
Resultaat?
Huiswerk af 
Klaar?
Leesboek 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide