Als iets leeft noemen we het een
organisme. Organismen vertonen
levenskenmerken. Alle organismen moeten bijvoorbeeld ademhalen. Als een organisme geen levenskenmerken meer vertoont is het
dood. Veel voorwerpen in de natuur vertonen nooit levenskenmerken en hebben dat ook nooit gedaan. Een steen bijvoorbeeld is daarom
levenloos.
De levenskenmerken zijn:
- bewegen
- voeden (eten en drinken)
- voortplanten
- groeien en ontwikkelen
- waarnemen en reageren
- ademhalen
- uitscheiden (stoffen afgeven)