Oefenopdracht Verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van een rivier | ALDJ

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van een rivier

In deze opdracht blikken we terug op vorige les.

De opdracht test jouw kennis over verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van een rivier.

Weet jij het verband te vinden tussen verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van de rivier?

Je ziet hier het stroomgebied van de rivier Rijn.

De oorsprong (=bron) van de Rijn is de Tomasee.

Dit meer ligt tussen Zwitserse bergtoppen (Oberalpas).

hierzo!

De oorsprong van de Rijn:
Tomasee, een meer tussen Zweedse bergtoppen (Oberalpas).

Zo ziet het er van dichtbij uit!

Dit is hoe de oorsprong er van de Rijn uitziet.

Is dit in de bovenloop, middenloop of benedenloop?

1. bovenloop
2. middenloop
3. benedenloop

In de bovenloop vindt er heel veel verwering plaats.

Er ontstaan veel afgebrokkelde gesteenten.

Hoe noem je dit afgebrokkelde materiaal?

1. sediment
2. erosiemateriaal
3. verwering
4. verweringsmateriaal

In de bergen brokkelen stukken gesteente langzaam af. Deze afgebrokkelde stenen worden verweringsmateriaal genoemd.

Langs heel de loop van de rivier wordt dit verweringsmateriaal uit de bergen neergelegd: sedimentatie.

Verweringsmateriaal is er in verschillende soorten. 

Jullie leren over stenen, grind, zand en klei.

Zet de onderstaande woorden bij de juiste foto's.

...

...

...

...

grind

klei

zand

stenen

Het verweringsmateriaal wordt in verschillende vormen op verschillende plekken in de rivier neergelegd (gesedimenteerd).

Dit is afhankelijk van de stroomsnelheid van de rivier.

Vul de ontbrekende woorden in onderstaande zinnen in. Let op: er blijven woorden over!

Hoe   sneller           het water stroomt in een rivier, hoe            groter   de korrels van de sedimenten.

Hoe   sneller           het water stroomt in een rivier, hoe               meer erosie er plaatsvindt.

sneller

langzamer

sneller

langzamer

meer

minder

groter

kleiner

Welk soort verweringsmateriaal wordt vooral neergelegd (gesedimenteerd) in de bovenloop?

1. rotsen en stenen
2. grind en grof zand
3. fijn zand en klei
4. stenen en klei

Welk soort verweringsmateriaal wordt vooral neergelegd (gesedimenteerd) in de middenloop?

1. rotsen en stenen
2. grind en grof zand
3. fijn zand en klei
4. stenen en klei

Welk soort verweringsmateriaal wordt vooral neergelegd (gesedimenteerd) in de benedenloop?

1. rotsen en stenen
2. grind en grof zand
3. fijn zand en klei
4. stenen en klei

En je weet het!

Het afgebrokkelde materiaal in de bergen door verwering noem je verweringsmateriaal.

Voorbeelden van verweringsmateriaal zijn rotsen/stenen, grind, zand en klei.

Hoe sneller het water stroomt in een rivier, hoe groter de korrels van sedimenten en hoe meer erosie er plaatsvindt.