les verbes réguliers (er, ir, re)

les verbes réguliers (er, ir, re)
Vul de juiste vormen van de werkwoorden in
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les verbes réguliers (er, ir, re)
Vul de juiste vormen van de werkwoorden in

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui, nous .........................
(attendre, présent)

Slide 2 - Open vraag

Aujourd'hui, tu .....
(regarder, présent)

Slide 3 - Open vraag

Aujourd'hui, je ....
(finir, présent)

Slide 4 - Open vraag

Aujourd'hui, vous ...
(vendre, présent)

Slide 5 - Open vraag

Aujourd'hui, ils .....
(réussir, présent)

Slide 6 - Open vraag

Aujourd'hui, elle
(rendre, présent)

Slide 7 - Open vraag

Aujourd'hui, vous ....
(choisir, présent)

Slide 8 - Open vraag

Aujourd'hui, ils ...
(répondre, présent)

Slide 9 - Open vraag

Aujourd'hui, je donne.
Demain, .... (futur simple)

Slide 10 - Open vraag

Aujourd'hui, nous habitons.
Demain, .... (futur simple)

Slide 11 - Open vraag

Aujourd'hui, elle rend
Demain, .... (futur simple)

Slide 12 - Open vraag

Aujourd'hui, ils finissent
Demain, .... (futur simple)

Slide 13 - Open vraag

Aujourd'hui, vous choisissez
Demain, .... (futur simple)

Slide 14 - Open vraag

Aujourd'hui, tu parles
Demain, .... (futur simple)

Slide 15 - Open vraag

Aujourd'hui, elles vendent
Demain, .... (futur simple)

Slide 16 - Open vraag

Aujourd'hui,je perds
Demain, .... (futur simple)

Slide 17 - Open vraag

Aujourd'hui, je finis
Hier, ......................... (imparfait)

Slide 18 - Open vraag

Aujourd'hui, elle rend
Hier, ......................... (imparfait)

Slide 19 - Open vraag

Aujourd'hui, ils oublient
Hier, ......................... (imparfait)

Slide 20 - Open vraag

Aujourd'hui, nous finissons
Hier, ......................... (imparfait)

Slide 21 - Open vraag

Aujourd'hui, tu attends
Hier, ......................... (imparfait)

Slide 22 - Open vraag

Aujourd'hui, vous descendez
Hier, ......................... (imparfait)

Slide 23 - Open vraag

Aujourd'hui, elle choisit
Hier, ......................... (imparfait)

Slide 24 - Open vraag

Aujourd'hui, ils attendent
Hier, ......................... (imparfait)

Slide 25 - Open vraag

Aujourd'hui, j'entends
Hier, ......................... (passé composé)

Slide 26 - Open vraag

Aujourd'hui, nous choisissons
Hier, ......................... (passé composé)

Slide 27 - Open vraag

Aujourd'hui, ils mangent
Hier, ......................... (passé composé)

Slide 28 - Open vraag

Aujourd'hui, vous remplissez
Hier, ......................... (passé composé)

Slide 29 - Open vraag

Aujourd'hui, elle vend
Hier, ......................... (passé composé)

Slide 30 - Open vraag

Aujourd'hui, je réussis
Hier, ......................... (passé composé)

Slide 31 - Open vraag

Aujourd'hui, nous parlons
Hier, ......................... (passé composé)

Slide 32 - Open vraag

Aujourd'hui, ils perdent
Hier, ......................... (passé composé)

Slide 33 - Open vraag

C'est fini!
  • Kon je de juiste vormen maken van de 3 soorten werkwoorden?
  • Ken je de stam van elk werkwoord bij de 6 tijden?
  • Ken je alle uitgangen van de 6 tijden? 

Je moet de stammen en de uitgangen echt uit je hoofd kennen, dus net zo lang leren/stampen totdat je ze foutloos uit je hoofd op kunt dreunen of op kunt schrijven!
verder oefenen? --> www.verbuga.eu

Slide 34 - Tekstslide