8 tijden

Welkom allen!
De telefoon gaat in de telefoontas, 
we gaan tien minuten lezen.
timer
10:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allen!
De telefoon gaat in de telefoontas, 
we gaan tien minuten lezen.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ziet deze week eruit?
Maandag
Dinsdag
Donderdag
grammatica 2.4:

- de werkwoordtijden

- woorden 2.3 leren voor         morgen
woorden 2.3:

- hoog bezoek


- verrassing 
grammatica 2.4:

- woordsoorten:

Wederkerend werkwoord en wederkerend voornaamwoord

Wederkerend werkwoord en werkwoordelijk gezegde

Telwoord

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Doe je schrift open, ik kom langs voor een controle. Huiswerk niet gemaakt? Dan krijg je een minnetje in Magister.

Ben ik langs geweest? Ga dan voor jezelf bedenken wat je nog weet over de tijden van het werkwoord, schrijf alles wat je nog weet op in je schrift. 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling





onvoltooid tegenwoordige tijd (ott): ik werk, ik lees
onvoltooid verleden tijd (ovt): ik werkte, ik las
voltooid tegenwoordige tijd (vtt): ik heb gewerkt, ik heb gelezen
voltooid verleden tijd (vvt): ik had gewerkt, ik had gelezen
O.T.T.
de onvoltooide tegenwoordige tijd
O.V.T.
de onvoltooide verleden tijd
V.T.T.
de voltooide tegenwoordig tijd (hebben, zijn)
V.V.T.
de voltooide verleden tijd (hebben, zijn)

Slide 4 - Tekstslide

Welke tijden kunnen werkwoorden hebben?

Slide 5 - Open vraag

stappenplan
1. In wat voor tijd staat de pv?
2. Staat er hebben/zijn + voltooid deelwoord ?

Probeer het eens!
1. Jantje had aan iedereen ijsjes gegeven.
2. Hennie loopt naar de Rivierenbuurt.

Slide 6 - Tekstslide

Thalia was flink geschrokken van haar buurjongen.
A
vvt
B
ott
C
ovt
D
vtt

Slide 7 - Quizvraag

Haar luid schreeuwende buurjongen liet Thalia flink schrikken.
A
vvt
B
ott
C
ovt
D
vtt

Slide 8 - Quizvraag

Zo'n duidelijk zichtbare sterrenregen gebeurt niet vaak.
A
vvt
B
ott
C
ovt
D
vtt

Slide 9 - Quizvraag

Dertig jaar geleden is dat voor het laatst gebeurd.
A
vvt
B
ott
C
ovt
D
vtt

Slide 10 - Quizvraag

Aan deze vier tijden voegen we een variatie toe:

De toekomende tijd

Slide 11 - Tekstslide

toekomende tijd
De toekomende tijd geeft aan dat het nog 'zal' gebeuren. 
Het hulpwerkwoord van de toekomende tijd is 'zullen'.

Slide 12 - Tekstslide

Stappenplan compleet

Slide 13 - Tekstslide

Maak een keuze
Zelfstandig aan de slag met het huiswerk.
Oefenen met Imke.
Woorden uit 2.3 oefenen voor morgen.

Slide 14 - Poll

Samen oefenen

1.  Ik heb gisteren bij de Albert Heijn gewerkt.
2. De ganzen zullen morgen over de weg wandelen.
3. Dat huis werd vorig jaar nog voor €200.000 verkocht.
4. Jullie zouden doorzetten.
5. Hij zou gezwaaid hebben.


Slide 15 - Tekstslide

Morgen 
Geef ik een les waarbij er iets te winnen valt...
Je kan optimaal meedoen door de woorden uit 2.3 te leren.


Slide 16 - Tekstslide