Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4V Herhaling TE3
4V Herhaling TE3
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
4V Herhaling TE3
Slide 1 - Tekstslide
Literatuurtheorie
Slide 2 - Tekstslide
Welke van de onderstaande teksten valt NIET onder literatuur?
A
Romans
B
Poëzie
C
Verhalenbundel
D
Sportbiografie
Slide 3 - Quizvraag
Welk kenmerk hoort NIET bij literatuur?
A
Originaliteit
B
Diepere laag
C
Populariteit
D
Stijl
Slide 4 - Quizvraag
Het conflictmodel begint en eindigt met:
A
Evenwicht
B
Motorisch moment
C
Ontwikkeling
D
Oplossing
Slide 5 - Quizvraag
Eén type bijfiguur laat de hoofdpersoon optimaal tot diens recht komen, dat is:
A
Personage
B
Tegenspeler
C
Karikatuur
D
Type
Slide 6 - Quizvraag
Het perspectief waarin je vanuit de derde persoon (hij/zij/die) meebeweegt met één personage, heet:
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Auctoriaal perspectief
D
Wisselend perspectief
Slide 7 - Quizvraag
Het perspectief waarbij je van meerdere personages kan weten wat ze denken en voelen enz.
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Auctoriaal perspectief
D
Wisselend perspectief
Slide 8 - Quizvraag
Een korte tekst die voorafgaat aan aan het eerste hoofdstuk, heet:
A
Fabel
B
Plot
C
Proloog
D
Flash forward
Slide 9 - Quizvraag
Verhaalelementen die regelmatig terugkomen en die je op het spoor van het thema en/of de diepere laag kunnen brengen, heten:
A
Perspectieven
B
Motieven
C
Symbolen
D
Tijdsprongen
Slide 10 - Quizvraag
Concrete motieven:
A
Zijn expliciet en maken aanwijsbaar deel uit van het verhaal.
B
Komen niet letterlijk in het verhaal voor
C
Hebben een min of meer vaststaande betekenis
D
Zijn datgene waar een schrijver een visie op heeft.
Slide 11 - Quizvraag
Historische literatuurtheorie
Middeleeuwen
Slide 12 - Tekstslide
Wat is dit:
A
Weergave standenmaatschappij
B
Weergave feodale piramide
C
Weergave personages Reinaert de Vos
D
Weergave eercultuur
Slide 13 - Quizvraag
Welk begrip was NIET belangrijk in de middeleeuwse feodale samenleving?
A
Eer
B
Trouw
C
Liefde
D
Geloof
Slide 14 - Quizvraag
Welke (tegengestelde) begrippen horen bij elkaar?
Zonde
Duivel
Schande
Bruutheid
Leenheer
God
Eer
Berouw
Hoofsheid
Vazal
Slide 15 - Sleepvraag
Wat is dit:
A
Weergave standenmaatschappij
B
Weergave feodale piramide
C
Weergave personages Reinaert de Vos
D
Weergave eercultuur
Slide 16 - Quizvraag
Karelromans
Karelromans /
Voorhoofse romans
Arthurromans /
Hoofse romans
Hoofs
Voorhoofs
Bruut geweld en veldslagen
Vrouwen op een voetstuk
Queeste
Mannenmaatschappij
Slide 17 - Sleepvraag
Verhalen werden in de middeleeuwen doorverteld en beluisterd omdat de mensen niet konden:
Slide 18 - Open vraag
Omdat verhalen doorverteld en onthouden moesten worden, waren alle verhalen in de middeleeuwen op:
Slide 19 - Open vraag
Beatrijs is een voorbeeld van een:
A
Ridderverhaal
B
Marialegende
C
Exempel
D
Heiligenleven
Slide 20 - Quizvraag
Hoe vaak verschijnt de engel aan Karel én aan Beatrijs?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quizvraag
En hoe komt dit getal ook terug in Reinaert?
A
Het aantal vazallen van Nobel
B
Het aantal dagingen
C
Het aantal stokslagen van Grimbeert aan Reinaert
D
Het aantal kippen dat Reinaert had vermoord.
Slide 22 - Quizvraag
Ook met die stokslagen was íets, het was ook een heilig aantal. Hoeveel waren het er?
A
4
B
7
C
12
D
40
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Welk personage uit Reinaert zag je net in actie? Zijn naam is...
Slide 25 - Open vraag
Op welke zaak geef het verhaal van Reinaert de Vos GEEN kritiek?
A
De kerk en zijn dienaren
B
De koning en andere machthebbers
C
Het nieuwe rechtssysteem
D
Het gebruik van dieren in plaats van mensen in verhalen
Slide 26 - Quizvraag
Reinaert de Vos
De andere dieren aan het hof
Slim en sluw
Gulzig en hebberig
Veel belang aan familieclan
Vogelvrij
Trouw aan hun leenheer
Geen respect voor de kerk
Slide 27 - Sleepvraag
Het verhaal van Reinaert eindigt met een aantal verzen waarvan de beginletters BI WILLEME vormen. Die dichtvorm heet:
A
Alliteratie
B
Acrostichon
C
Assonantie
D
Aspiratie
Slide 28 - Quizvraag
Wat voor cijfer ga je halen op de toets?
-1
10
Slide 29 - Poll
Meer lessen zoals deze
4V Herhaling TE3
27 days ago
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Uiteenzetting schrijven: literatuurgeschiedenis middeleeuwen
August 2018
- Les met
49 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Toetsweek 3 4H QUIZ
27 days ago
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Tekstsoorten in de middeleeuwen
November 2022
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
middeleeuwen - Ridderromans
December 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Opfrislesjes middeleeuwen en renaissance
November 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Letterkunde middeleeuwen en renaissance 4V
10 days ago
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
'Oefentoets' 4V
January 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4