H3 - Hf4 - P2/3
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bij een verbranding heb je altijd een reactie tussen een brandstof en ..........
A
Stikstof
B
Lucht
C
Zuurstof
D
Koolstof
Slide 2 - Quizvraag
De formule van zuurstof is?
A
O
B
N2
C
H2
D
O2
Slide 3 - Quizvraag
Bij een volledige verbranding reageert koolstof altijd tot .........
A
Koolstof
B
Koolstof mono-oxide
C
Koolstofdioxide
D
Water
Slide 4 - Quizvraag
De formule van koolstofdioxide is.....?
A
CO2
B
CO
C
NO2
D
OCD
Slide 5 - Quizvraag
Bij een ONvolledige verbranding reageert koolstof tot .........
A
Koolstof
B
Koolstof mono-oxide
C
Koolstof dioxide
D
Water
Slide 6 - Quizvraag
De formule van koolstof mono-oxide is.........?
A
CO2
B
CO
C
C
D
C2O4
Slide 7 - Quizvraag
Bij een verbranding reageert waterstof altijd tot .........
A
Diwaterstofmono-oxide
B
Stikstof
C
Waterstofhydroxide
D
Water
Slide 8 - Quizvraag
De formule van water is ......?
A
H2
B
O2H
C
H2O
D
NO2
Slide 9 - Quizvraag
Bij een verbranding reageert zwavel met zuurstof altijd tot .........
A
Zwavelmono-oxide
B
Zwaveldioxide
C
Zwaveltrioxide
D
Zwavelzuur
Slide 10 - Quizvraag
De formule van zwaveldioxide is ......?
A
SO
B
SO2
C
SO3
D
H2SO4
Slide 11 - Quizvraag
Bij de volledige verbranding van propaan (C3H8) krijg je de volgende producten.....
Wel
Niet
CO
CO2
H2O
SO2
Slide 12 - Sleepvraag
Bij de volledige verbranding van waterstofsulfide (H2S) krijg je de volgende producten.....
Wel
Niet
CO
CO2
H2O
SO2
Slide 13 - Sleepvraag
Bij de volledige verbranding van Galaniet (PbS) krijg je zeker de volgende producten.....
Wel
Niet
CO
CO2
H2O
SO2
Slide 14 - Sleepvraag
Bij de ONvolledige verbranding van Thiofeen (C4H4S) krijg je de volgende producten.....
Wel
Niet
CO
CO2
H2O
SO2
Slide 15 - Sleepvraag
Een verbrandingsreactie heeft
A
Eén beginstof en één reactieproduct
B
Eén beginstof en minstens één reactieproduct
C
Meer dan één beginstof en minstens één reactieproduct
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Een ontledingsreactie heeft
A
Eén beginstof en één reactieproduct
B
Eén beginstof en meer dan één reactieproduct
C
Meer dan één beginstof en één reactieproduct
D
Meer dan één beginstof en meer dan één reactieproduct
Slide 19 - Quizvraag
Bij een ontledingsreactie ...
A
is de beginstof altijd een niet-ontleedbare stof
B
Is de beginstof altijd een verbinding
C
Zijn de reactieproducten altijd niet-ontleedbare stoffen
D
Zijn de reactieproducten altijd verbindingen.
Slide 20 - Quizvraag
Is de volgende reactie een ontledingsreactie?
Ca + 2 H2O -> Ca(OH)2 + H2
Ca + 2 H2O -> Ca(OH)2 + H2
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quizvraag
Is de volgende reactie een ontledingsreactie?
Ca(OH)2 -> CaO + H2O
Ca(OH)2 -> CaO + H2O
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quizvraag
Is de volgende reactie een ontledingsreactie?
CaO + CO2 -> CaCO3
CaO + CO2 -> CaCO3
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Is de volgende reactie een ontledingsreactie?
CaCO3 -> CaO + CO2
CaCO3 -> CaO + CO2
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Welke soort onleding vind plaats?
Zilverchloride ontleedt in zilver en chloor als je er zonlicht op laat schijnen.
Zilverchloride ontleedt in zilver en chloor als je er zonlicht op laat schijnen.
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
Slide 25 - Quizvraag
Welke soort onleding vind plaats?
Water ontleedt in waterstof en zuurstof als er elektrische stroom doorheen loopt.
Water ontleedt in waterstof en zuurstof als er elektrische stroom doorheen loopt.
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
Slide 26 - Quizvraag
Welke soort onleding vind plaats?
Vloeibaar aluminiumoxide (Bauxiet) ontleedt in aluminium en zuurstof als er een spanningsbron wordt aangesloten.
Vloeibaar aluminiumoxide (Bauxiet) ontleedt in aluminium en zuurstof als er een spanningsbron wordt aangesloten.
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
Slide 27 - Quizvraag
Welke soort onleding vind plaats?
Een cake, die te lang in de hete oven staat, wordt zwart.
Een cake, die te lang in de hete oven staat, wordt zwart.
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
