Industrie in Nederland

Deze les
Korte herhaling paragraaf 1

Behandelen paragraaf 2: 
De Nederlandse industrie


Maken paragraaf 2

SO inplannen


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Korte herhaling paragraaf 1

Behandelen paragraaf 2: 
De Nederlandse industrie


Maken paragraaf 2

SO inplannen


Slide 1 - Tekstslide

De Nederlandse landbouw

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:

- Wat is het verschil tussen stukgoederen en massagoederen?


- Wat zijn vestigingsplaatsfactoren?

Werkboek blz: 5/6/7
Opdrachten maken: 1,2,3
Volgende les: 

- Wat is het verschil tussen afzetmarkt en arbeidsmarkt?

-  Waarom heeft welvaart invloed op de afzetmarkt?

- Wat zijn multinationals?

Opdrachten maken: 4,6,7,8

Slide 3 - Tekstslide

2. De Nederlandse Industrie 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel(en) 8 min lezen
§ 2    De Nederlandse industrie  
                                                        
Basisbegrippen:   Grondstoffen, Vestigingsplaatsfactoren, massagoederen, stukgoederen, arbeidsmarkt, afzetmarkt, agglomeratie effect, Industriële inertie, Multinationals
  
                                            
R:       Je kunt het verschil tussen massagoederen en stukgoederen                                                            
T1:     Je kunt verklaren / uitleggen waarom de afzetmarkt van goederen door welvaart toeneemt.                                                            
T2:    Je kunt van een thematische kaart aangeven waar in Nederland of een ander land  bepaalde industrie voorkomt                     
   I:       Je kunt beredeneren / uitleggen wat Multinationals zijn en wat de voorwaarden zijn.                                                            

Slide 5 - Tekstslide

De grondstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ziet de Nederlandse industrie eruit?
Alle activiteiten waarbij de mensen grondstoffen bewerkt om producten van te maken. (Vaak in Fabrieken)

Slide 7 - Tekstslide

Om producten te maken heb je grondstoffen nodig 
Sommige grondstoffen kun je niet goed bewaren of vervoeren. 
Industrieën/Fabrieken verplaatsen zich bij die grondstoffen. 

Zo gunstig mogelijk. 
Vestigingplaatsfactoren 

Slide 8 - Tekstslide

Voedingsmiddelen en landbouwproducten

Slide 9 - Tekstslide

Massagoederen
Goederen die los in het ruim, in de tank of de laadbak worden vervoerd.

Aardolie, steenkool, ijzererts etc.

Slide 10 - Tekstslide

Stukgoederen
Apart verpakte goederen, die meestal worden vervoerd in containers.

Container: grote laadkist voor het vervoer van stukgoederen.

Slide 11 - Tekstslide

Hoogovens
Olieraffinaderijen

Slide 12 - Tekstslide

Deze les:

- Wat is het verschil tussen stukgoederen en massagoederen?


- Wat zijn vestigingsplaatsfactoren?

Werkboek blz: 9/10
Opdrachten maken: 1,2,3
Volgende les: 

- Wat is het verschil tussen afzetmarkt en arbeidsmarkt?

-  Waarom heeft welvaart invloed op de afzetmarkt?

- Wat zijn multinationals?

Opdrachten maken: 4,5,6,7,8

Slide 13 - Tekstslide

De mensen
Fabrieken hebben mensen nodig, niet alleen grondstoffen. Waar vestigen fabrieken zich?

Slide 14 - Tekstslide

Fabrieken hebben mensen nodig. 

 
Machines besturen is vaak gemakkelijk werk voor laag loon
Fabrieken staan dus vaak in steden 
Er ontstaan arbeiders wijken. 
Vervoeren van producten overzee wordt steeds goedkoper 
Fabrieken zoeken gebieden met veel laaggeschoolde mensen. Nu verplaatst naar lagere lonen landen
arbeidsmarkt

Slide 15 - Tekstslide

Afzetmarkt
Die spullen die gemaakt worden moeten natuurlijk ook aan iemand verkocht worden.

Slide 16 - Tekstslide

Afzetmarkt

De afzetmarkt is de markt waarop goederen of diensten van een bedrijf worden verkocht.

Dit kan zowel in het thuisland van een bedrijf zijn, als in het buitenland.

Met 1,3 miljard inwoners is China een grote afzetmarkt




Slide 17 - Tekstslide

Kleine binnenlandse afzetmarkt dus veel export mogelijk
Grote binnenlandse afzetmarkt

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Waarom is de paprika handel naar CHINA zo aantrekkelijk voor Nederland?
A
De chinezen zijn gek op paprika
B
De chinezen kennen paprika niet
C
In China wonen veel mensen dus de AFZET markt is groot ( veel €€ )
D
In China eten ze alleen Chinese kool

Slide 20 - Quizvraag

Van stad naar agglomeratie.....
Ook bedrijven vestigen zich dicht bij elkaar in de buurt om samen te werken

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Multinationals vestigen hun hoofdkantoren graag in Nederland. Waarom?

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn Multinationals ?
A
Dat zijn voetbal bedrijven
B
Dat zijn bedrijven in het buitenland
C
Dat zijn bedrijven met vestigingen in vele landen
D
Dat zijn bedrijven in Nederland

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Maken paragraaf 1.2 opdracht: 4,5,6,7,8 

Klaar? Maak een samenvatting!

Slide 25 - Tekstslide