3 gt - les 9 Oefenen PWW

Welkom 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Alle onderdelen nog eens benoemd

Spelling meervoud

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Lezen H3/H4
Verbanden en signaalwoorden

Woordenschat H3/H4
Figuurlijk taalgebruik + uitdrukkingen
Woorden met meerdere betekenissen: homoniemen

Spelling
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Meervoud

Werkwoordspelling
Spellen van de persoonsvorm

Lezen in een boek: Leesdossier na de vakantie!



Slide 3 - Tekstslide

Verbanden
verband
signaalwoord
opsomming
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, bovendien, tevens, daarnaast, ten slotte, en, 123, - - - 
tegenstelling
tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant/andere kant, daarentegen
voorbeeld (toelichting)
bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere, ter illustratie

Slide 4 - Tekstslide

Verbanden
verband
signaalwoord
tijdsvolgorde (chronologisch verband)
vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat dadelijk, terwijl, intussen, tijdens, inmiddels, sinds
oorzaak-gevolg
daardoor, doordat, zodat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van
voorwaarde
als...dan, indien, tenzij, mits

Slide 5 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik en de betekenis herkennen
Woordenschat H3
Om een tekst te begrijpen, is het belangrijk dat je figuurlijk taalgebruik herkent.
Uitdrukkingen zijn ook een vorm van figuurlijk taalgebruik. Als je niet weet wat een uitdrukking betekent, zoek je de betekenis op in het woordenboek. Zoek bij het belangrijkste woord uit de uitdrukking.


Slide 6 - Tekstslide

Woorden met meerdere betekenissen

Sommige woorden hebben meerdere betekenissen (homoniemen). Daardoor kun je in de war raken.


Lees de tekst goed, want vaak kun je aan de rest van de tekst opmaken welke betekenis wordt bedoelt.

Slide 7 - Tekstslide

Spelling H3
Een voltooid deelwoord kan deel uitmaken van het gezegde. Maar een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. 
Bijvoorbeeld:
de opgeruimde kamer en de opgepoetste zonnebril

zie blz 84

Slide 8 - Tekstslide

Spelling H4 - meervoud
Meervoud kun je maken door -en, -s of -'s toe te voegen aan het woord. 
Let op:
z --> s / v -->f
afkortingen: cd's
accent aigu: cafés
speciale woorden: data, werklui, weides, technici, melk/koffie/rijst

Slide 9 - Tekstslide

Oefentoets

Slide 10 - Tekstslide