07. 2 KT 1.5 Inkomen (24-9-24)

Hoofdstuk 1: Zakgeld en inkomen
 KT)Paragraaf 5: De bank betaalt
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Zakgeld en inkomen
 KT)Paragraaf 5: De bank betaalt
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Uitleg H1.5 KGT
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide


BK

Maken Hoofdstuk 1:
paragraaf 1 tm 5 +
Rekentrainers
Leren Hoofdstuk 1:
paragraaf 1 tm 5


KGT

Maken Hoofdstuk 1:
paragraaf 1 tm 4 + 1.6
Rekentrainers
Leren Hoofdstuk 1:
paragraaf 1 tm 4 + 1.6

Huiswerk 24 september
8 oktober: Toets Hoofdstuk 1

Slide 3 - Tekstslide

Rekentrainer / WB
Controleren

Slide 4 - Tekstslide


BK
Maken Hoofdstuk 1:
Mindmap
+


+
Leren Hoofdstuk 1



KGT

Maken Hoofdstuk 1:
paragraaf 6
+
Rekentrainers
+
Leren Hoofdstuk 1:

Huiswerk 30 september
extra oefenen rekenen:
BB: boek blz 28 + 29 + 30

Slide 5 - Tekstslide

Doel 

Slide 6 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende les is paragraaf 5 voor KGT
Afronding hoofdstuk voor B

Je leert over uitgeven en sparen en rentes.

Slide 7 - Tekstslide

Doel KGT 1.5
  • Ik kan verschillende redenen noemen om te sparen.
  • Ik kan uitleggen wat rente is.
  • Ik kan de rente berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Redenen om te sparen

  • Interest = rente
  • onverwachte uitgaven
  • grote uitgaven

Slide 9 - Tekstslide

Rente berekenen per jaar

stap 1) bedrag delen door 100
stap 2) keer het rentepercentage

Slide 10 - Tekstslide

Opgave
Hoeveel rente betaalt de bank na een jaar aan de volgende spaarders?
Emma heeft € 3.000 spaargeld. Zij krijgt 4% rente. 
€ 3.000 : 100 × 4 = € 120

Slide 11 - Tekstslide

Rente berekenen per maand
stap 1) bedrag delen door 100
stap 2) keer het rentepercentage
stap 3) delen door 12

Slide 12 - Tekstslide

Opgave
Hoeveel rente betaalt de bank na een maand aan de volgende spaarder?
Emma heeft € 3.000 spaargeld. Zij krijgt 4% rente. 
€ 3.000 : 100 × 4 = € 120
€ 120 : 12 = € 10
vraag 2
kuyfwraih

Slide 13 - Tekstslide

Sparen
Lees goed wat de vraag is 
en bedenk welke som je dan moet maken.

Slide 14 - Tekstslide

Opgave
De aankoopprijs is € 600.
Ik spaar er 12 maanden voor. 
Hoeveel spaar ik per maand?
€ 600 : 12 = € 50

Slide 15 - Tekstslide

Opgave
De aankoopprijs is € 1.200.
Ik spaar elke maand € 60. 
Hoe lang moet ik sparen?
€ 1.200 : € 60 = 20 maanden

Slide 16 - Tekstslide

Frieda heeft €3000 spaargeld. Zij krijgt 4% rente. Hoeveel € ontvangt Frieda aan rente?

Slide 17 - Open vraag

Laura heeft €15.000 geërfd. Zij zet dit op een spaarrekening en krijgt 1,9% rente.
Hoeveel € rente krijgt ze?

Slide 18 - Open vraag

€ 500,-
Jij krijgt rente 3%
€ 500,-
Ik betaal rente 10%

Slide 19 - Tekstslide


BK
Maken Hoofdstuk 1:
Mindmap
+


+
Leren Hoofdstuk 1



KGT

Maken Hoofdstuk 1:
paragraaf 6
+
Rekentrainers
+
Leren Hoofdstuk 1:

Huiswerk 30 september
extra oefenen rekenen:
BB: boek blz 28 + 29 + 30

Slide 20 - Tekstslide


BK

Maken Hoofdstuk 1:
paragraaf 1 tm 5
+
Leren Hoofdstuk 1


KGT

Maken Hoofdstuk 1:
paragraaf 5+6
+
Rekentrainers
+
Leren Hoofdstuk 1:

Huiswerk 1 oktober
extra oefenen rekenen:
BB: boek blz 28 + 29 + 30
KGT: boek blz 35 + 36 + 37

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk 10-11

Leren en maken: 1.5

Kijk ook eens naar: versterk jezelf








extra oefenen rekenen:
BB: boek blz 28 + 29 + 30
KGT: boek blz 35 + 36 + 37

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk 17-11

KGT: Leren en maken: 1.6

B: versterk jezelf









extra oefenen rekenen:
BB: boek blz 28 + 29 + 30
KGT: boek blz 35 + 36 + 37

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk 21+28 november

21-11: Maken: 1.5 + 1.6 + Leren H 1

Nakijken; laatste kans voor vragen H1


28-11: Toets Hoofdstuk 1






Slide 24 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 25 - Tekstslide