3.3 lucht samenpersen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 3 lucht

Herhaling

Opdracht

Afsluiten 

De samenstelling van lucht is voornamelijk?

1. stikstof en argon
2. zuurstof en kooldioxide
3. stikstof en kooldioxide
4. zuurstof en stikstof

Wanneer je aardgas en zuurstof verbrand ontstaat?

1. koolstofmonoxide + waterdamp en warmte
2. koolstofdioxide + waterdamp en warmte
3. koolstofdioxide + warmte
4. stikstof + warmte

Is overal lucht? Leg je antwoord uit.

Opdracht lucht samenpersen

Wat gaan je doen?

-Je gaat ontdekken wat druk is en hoe druk kan

veranderen. 

-Je gaat met een aantal voorbeelden over druk aan de

slag.

Hoe ga je dit doen?

-Je gaat naar de website van de volgende dia

-Je klikt op het plusje rechts onderaan om je antwoord toe te voegen.

-Als titel zet je de opdracht (opdracht 1, 2 of 3) 

-Bij schrijf iets typ je je antwoord

https:

Opdracht 1 

Wanneer je een fietsband oppompt doe je veel dingen en er gebeuren veel dingen.

a. Beschrijf in je eigen woorden wat jij doet wanneer je een band oppompt.

b. Beschrijf wat er met de band gebeurt.

Opdracht 2

Voorbeelden van luchtdruk:

Fietsband: Als je lucht in een fietsband pompt dan zal de luchtdruk in de band toenemen. De

band wordt harder.

Thermoskan: Wanneer warme thee in een thermoskan is afgekoeld en je de thermoskan

probeert te openen, dan merk je dat deze vacuüm is gezogen. De temperatuur van de lucht

is lager geworden, dus de luchtdruk ook.

Ballon: Je knijpt hard in een ballon. Je maakt het volume in de ballon kleiner, waardoor de

druk toeneemt. Dat zie je aan de hogere spanning op het plastiek van de ballon.

Beschrijf hoe het kan dat de luchtdruk verandert wanneer

je een van deze dingen doet

Opdracht 3

Je zit met je klasgenoten in het kleinste klaslokaal van de school. Nadat jullie er een half

uurtje hebben gezeten is de temperatuur flink toegenomen. Jullie zitten flink te zweten.

a Wat gebeurt er met de luchtdruk in het klaslokaal?

b Beredeneer of de luchtdruk merkbaar zal toenemen.

Wat is het belangrijkste dat je deze les hebt geleerd?

Wat heb je nog niet goed begrepen van deze les