Tegenwoordige tijd en verleden tijd

Staat de zin in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Staat de zin in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de tegenwoordige tijd?
Alles wat nu gebeurt, of nog moet gebeuren

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik fiets naar school

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de verleden tijd?
Als het al gebeurd is

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik fietste naar school

Slide 5 - Tekstslide

Staan de volgende zinnen in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd?

Slide 6 - Tekstslide

Vandaag gaan we naar school
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 7 - Quizvraag

Ik kijk naar het jeugdjournaal
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 8 - Quizvraag

Supermeester geeft een online les
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 9 - Quizvraag

Gisteren gaf Supermeester ook een online les

A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 10 - Quizvraag

Supermeester hoorde een dier.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 11 - Quizvraag

Dat dier zat vast in een schoen van een oude opa.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 12 - Quizvraag

Supermeester weet niet goed wat hij moet doen
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 13 - Quizvraag

Hij pakte een rode stift
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 14 - Quizvraag

Hij vliegt door het raam naar buiten
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 15 - Quizvraag

De kinderen dachten dat hij gek was geworden
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 16 - Quizvraag

De oude opa lag te snurken in een babybedje
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 17 - Quizvraag

Supermeester ging een slaapliedje zingen voor de oude opa
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 18 - Quizvraag

En de oude opa snurkt heel hard
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 19 - Quizvraag

Ze kwam naar beneden

Slide 20 - Open vraag

Zet nu de zin in een andere tijd

Slide 21 - Tekstslide

En de teddybeer zong een slaapliedje

Slide 22 - Open vraag

Supermeester vloog weer naar de klas

Slide 23 - Open vraag