In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofd- en bijzaken: Wat is belangrijk?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je hoofd- en bijzaken onderscheiden.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over hoofd- en bijzaken?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn hoofd- en bijzaken?
Hoofdzaken zijn de belangrijkste informatie in een tekst of onderwerp. Bijzaken zijn minder belangrijk en bieden extra details.
Slide 4 - Tekstslide
Geef een duidelijke definitie van hoofd- en bijzaken. Leg uit waarom het belangrijk is om ze te kunnen onderscheiden.
Hoe herken je hoofdzaken?
Hoofdzaken bevatten meestal de belangrijkste informatie, zoals kernpunten, conclusies en belangrijke feiten.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf de kenmerken van hoofdzaken. Moedig de leerlingen aan om actief mee te denken en voorbeelden te geven.
Voorbeeld: Krantenartikel
Titel, inleiding en eerste alinea bevatten vaak de hoofdzaken. Ze geven een samenvatting van het artikel.
Slide 6 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een krantenartikel en laat de leerlingen de hoofdzaken identificeren.
Hoe herken je bijzaken?
Bijzaken zijn vaak extra details, voorbeelden, meningen of herhalingen van informatie.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf de kenmerken van bijzaken. Moedig de leerlingen aan om actief mee te denken en voorbeelden te geven.
Voorbeeld: Informatieve tekst
Zinnen die niet essentieel zijn om de informatie te begrijpen, zijn meestal bijzaken.
Slide 8 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een informatieve tekst en laat de leerlingen de bijzaken identificeren.
Oefening 1: Hoofd- en bijzaken
Lees de tekst en markeer de hoofd- en bijzaken. Bespreek daarna in groepen jullie keuzes.
Slide 9 - Tekstslide
Bereid een tekst voor waarin hoofd- en bijzaken duidelijk te onderscheiden zijn. Laat de leerlingen individueel werken en daarna in groepen discussiëren.
Oefening 2: Sorteer de informatie
Sorteer de gegeven informatie in hoofd- en bijzaken. Noteer je keuzes op een werkblad.
Slide 10 - Tekstslide
Geef de leerlingen een lijst met verschillende informatie en laat ze de hoofd- en bijzaken opschrijven. Dit kan individueel of in tweetallen worden gedaan.
Samenvatting
Hoofdzaken zijn de belangrijkste informatie, terwijl bijzaken extra details bieden. Door hoofd- en bijzaken te herkennen, kun je informatie beter begrijpen en samenvatten.
Slide 11 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken.
Reflectie
Wat heb je geleerd over hoofd- en bijzaken vandaag? Waarom is het belangrijk om ze te kunnen onderscheiden?
Slide 12 - Tekstslide
Stimuleer de leerlingen om na te denken over wat ze hebben geleerd en waarom dit een nuttige vaardigheid is.
Toepassing
Pas de vaardigheid van het onderscheiden van hoofd- en bijzaken toe op toekomstige lessen en teksten.
Slide 13 - Tekstslide
Moedig de leerlingen aan om de geleerde vaardigheid toe te passen in andere vakken en situaties.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.