Oefentoets Romeinen VWO 1


1 / 51
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Slide 1 - Open vraag


Slide 2 - Open vraag


Slide 3 - Open vraag

Het Romeinse Rijk was tot 500 v. Chr. een [...1...]. Daarna werd het een [...2...] en tenslotte een [...3...]. Het Romeinse Rijk is nooit een [...4...] geweest.
Opdracht 5 (T1, 2p)
Sleep de verschillende bestuursvormen naar de juiste plek
A. Koninkrijk.
B. Democratie.
C. Keizerrijk.
D. Republiek.

Slide 4 - Sleepvraag


Slide 5 - Open vraag

Geef aan of de bron een feit of een mening is, leg je keuze uit met een voorbeeld uit de bron!
Doe het zo: Bron 1 is een (feit/mening), want in de bron staat ....

Slide 6 - Open vraag

Geef aan of de bron een feit of een mening is, leg je keuze uit met een voorbeeld uit de bron!
Doe het zo: Bron 1 is een (feit/mening), want in de bron staat ....

Slide 7 - Open vraag

7. - over welke verandering gaat deze bron?
- en over welke continuïteit (dat wat hetzelfde blijft)?

Slide 8 - Open vraag

Vraag 8. Noem 2 oorzaken voor de val van het Romeinse Rijk die je ziet op de afbeelding.

Slide 9 - Open vraag

Vraag 9 (2p). Leg uit waarom deze bron past bij het begrip Romanisering. Laat zien in je antwoord (met behulp van de bron) dat je weet wat Romanisering betekent

Slide 10 - Open vraag

10. Leg uit dat deze afbeelding goed past bij het begrip bondgenootschap.

Slide 11 - Open vraag

Vraag 11 (2p). Bij welke laag van de bevolking hoorden de mensen op de afbeelding? Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

13. Gebruik bron 1.
Dit mozaïek heeft te maken met het kenmerkend aspect: het christendom in het Romeinse rijk: van verboden tot enig toegestane godsdienst.
Leg dat uit met een bronelement.

Slide 13 - Open vraag

Opdr. 14 (R / 3p) 
Sleep de verschillende groepen naar de juiste plek in de piramide
1
2
3
4
5
Slaven
gewone Romeinen
aanzienlijke families

proletariaat
Rijke handelaren

Slide 14 - Sleepvraag

Vraag 15 (2p). Dit hoofdstuk ging o.a. over het kenmerkend aspect: de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur en de confrontatie (botsing) met de Germaanse cultuur.
Past deze bron daar goed bij? Leg je antwoord uit met behulp van de bron.

Slide 15 - Open vraag

16. Is deze afbeelding gemaakt door een voor of een tegenstander van het christendom, leg je antwoord uit met een voorbeeld uit de bron.

Slide 16 - Open vraag

Het Romeinse rijk was toen het het grootst was een:
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Koninkrijk
D
Monarchie

Slide 17 - Quizvraag

Wat was de Etruskische invloed op Rome?

Slide 18 - Open vraag

Wie was de eerste Keizer van Rome?

Slide 19 - Open vraag

Vraag 8: Lees bron 18.
A. Wat was voor keizer Nero de aanleiding om de christenen te straffen?
B. Op welke manieren liet Nero de christenen straffen?
C. Als iemand zegt: ''Keizer Nero was een gemene man'', is dat dan een feit of
een mening?

Slide 20 - Open vraag

Leg in je eigenwoorden uit wat monotheïsme is

Slide 21 - Open vraag

Wie had de macht in Rome in de tijd van de republiek?

Slide 22 - Open vraag

Waarom keert Octavianus zich tegen Marcus Antonius?

Slide 23 - Open vraag

Waarom werd Julius Ceasar vermoord?

Slide 24 - Open vraag

Vul in: oorzaak of gevolg:
Het teveel geld uitgeven door keizers om steun van soldaten te krijgen, is een .. oorzaak/ gevolg... van de economische crisis in de derde eeuw

Slide 25 - Open vraag

Lees de bron: ¨De moord op Caesar¨

Hebben de moordenaars van Julius Ceasar uiteindelijk hun doel bereikt? Verklaar je antwoord!

Slide 26 - Open vraag

Wat waren de twee doelen van 'Brood en Spelen'?

Slide 27 - Open vraag

Wat is een staatsgodsdienst?

Slide 28 - Open vraag

Wie beschermden de belangen van de plebejers?

Slide 29 - Open vraag


➤Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?

Beroepsvechters die optraden in een amfitheater. Meestal waren het slaven en misdadigers.

Slide 30 - Open vraag

Deze generaal uit Carthago is ook beroemd, omdat hij met zijn hele leger over welke bergen is getrokken?

Slide 31 - Open vraag

Hoe worden de oorlogen met Carthago genoemd?

Slide 32 - Open vraag

Wat was de naam van de geadopteerde zoon van Ceasar?

Slide 33 - Open vraag

Wat is een Pyrrhusoverwinning?

Slide 34 - Open vraag

De consuls hadden vetorecht. Wat betekent vetorecht?

Slide 35 - Open vraag

Wat is het verschil tussen de Romeinen en Germanen?

Slide 36 - Open vraag

Hoe heette de legeraanvoerder van Carthago ook alweer?

Slide 37 - Open vraag

Waarom zijn er altijd twee consuls?

Slide 38 - Open vraag

De Romeinen hebben veel in de Germaanse Samenleving veranderd. Wat hebben zij naar de Germanen gebracht?

Slide 39 - Open vraag

In de Republiek Rome was het bestuur ingedeeld met een senaat en een volksvergadering.
Welke mensen zaten in de senaat?
Welke mensen zaten in de volksvergadering? (2p)

Slide 40 - Open vraag

Het Romeinse Rijk is een ........
A
Pre-agrarische samenleving
B
Agrarisch-stedelijke samenleving
C
Agrarische samenleving
D
Stedelijke samenleving

Slide 41 - Quizvraag

Het Oost-Romeinse Rijk viel eerder uiteen dan het West-Romeinse Rijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

In welk jaar werd het Romeinse Rijk gesplitst in een Oost-Romeins Rijk en een West-Romeins Rijk?
A
395
B
400
C
359
D
295

Slide 43 - Quizvraag

Waarom heet het Grieks-Romeinse cultuur en niet de Romeinse cultuur?

Slide 44 - Open vraag

De Romeinen: noem drie redenen waarom het Romeinse leger zo sterk was.

Slide 45 - Open vraag

Leg uit hoe Romeinse legerleiders als Julius Caesar aan de macht kon komen in het Romeinse Rijk.

Slide 46 - Open vraag

Hoe reageerden de Romeinen op de verspreiding van het Christendom? Waarom reageerden ze zo?

Slide 47 - Open vraag

Hoe kun je als niet-Romein toch het Romeinse burgerrecht krijgen?
timer
1:00

Slide 48 - Open vraag

Wat deden de Romeinen met Romeinen met overwonnen volkeren? Waarom deden zij dat?

Slide 49 - Open vraag

Wat is de Romeinse senaat?

Slide 50 - Open vraag

Wat zijn de Romeinse limes?

Slide 51 - Open vraag