Les 1 Beweging - snelheid

Hoofdstuk 5 bewegen
§ 5.1 Snelheid
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 bewegen
§ 5.1 Snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Planning hoofdstuk
intro en § 5.1 
§ 5.2
proef 1 blz 19
§ 5.3
proef 1 blz 36 
§ 5.4
proef 2 blz 40 
§ 5.5
proef 1 blz 49 
Herhaling
 Toets H5


Deze les

  • Inleiding
  • Filmpje
  • Wat weet jij al?
  • Uitleg 
  • Lezen en maken § 5.1 en § 5.2

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Aan de slag
Online maken; wat weet jij al?
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

§ 5.1 snelheid

Slide 5 - Tekstslide

Welke voertuigen ken jij?

Slide 6 - Woordweb

Lesdoel
Na deze les weet je wat snelheid is en kun je er mee rekenen. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is snelheid?
  • Snelheid is een maat voor hoe snel iets beweegt. 

  • Welke eenheden horen daarbij?

  • meter per seconde (m/s)
  • kilometer per uur (km/h) 

Slide 8 - Tekstslide

m/s of km/h

bijvoorbeeld:
5 m/s x 3,6 = 18 km/h

72 km/h : 3.6 = 20 m/s

Slide 9 - Tekstslide

Snelheid berekenen
Snelheid = afstand : tijd

Ik rijd 65 km en ben 3 kwartier onderweg. Wat is mijn snelheid?

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord
  • Snelheid = afstand : tijd
  • Ik rijd 65 km en ben 3 kwartier onderweg. Wat is mijn snelheid?
  • afstand = 65
  • tijd = 3 kwartier = 45 minuten = 0,75 uur

  • snelheid = 65 : 0,75 = 86,67 km/h

Slide 11 - Tekstslide

Zet de volgende snelheden op volgorde van snelste naar laagste snelheid.
10 km/h
30 km/h
5 m/s
10 m/s

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is sneller?
10 m/s of 36 km/h?
A
10 m/s
B
36 km/h
C
even snel
D
dat kun je niet weten

Slide 13 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek.
                                                
gemiddelde snelheid = ---------------------
afstand
tijd

Slide 14 - Sleepvraag

De auto heeft een snelheid van 20 m/s. Wat is de snelheid in km/uur?  Sleep het goede antwoord.
36 km/u
5,56
km/u
3,6
km/u
5,55
km/u
6
km/u
72
km/u

Slide 15 - Sleepvraag

Leerdoelen § 5.1
  1. Je kunt beschrijven wat snelheid is. 
  2. Je kunt de eenheid van snelheid noemen. 
  3. Je kunt de snelheid in meter per seconde omrekenen naar kilometer per uur en omgekeerd. 
  4. Je kunt de snelheid berekenen van een bewegend voorwerp. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat
Aan de slag met § 5.1 
Online maken opdr 1 tm 13

Hoe
Lees de tekst van paragraaf 1 door 

Hulp
1) (online) boek  2) klasgenoot   3) docent

Tijd
Tot 5 minuten voor het einde van de les (10.05 uur). 

Uitkomst
Alle opdrachten van § 5.1 zijn gemaakt. Fouten heb je verbeterd (vraag je docent). 
Nog niet helemaal af? Huiswerk. 
Klaar
Als je klaar bent met de opdrachten lees dan § 5.2 door 

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel leerdoelen beheers jij al?
04

Slide 18 - Poll

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Na de pauze
§ 5.2 gemiddelde snelheid 

Gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Tijd = afstand : snelheid
Afstand = snelheid x tijd

Slide 20 - Tekstslide

Een raket die opstijgt gaat steeds sneller.
We noemen dit ...               versnellen

Slide 21 - Tekstslide

Een fietser die plotseling zijn rem indrukt remt af. We noemen dit vertragen

Slide 22 - Tekstslide

Een auto die met dezelfde snelheid blijft rijden heeft een constante snelheid
Auto van mw Tibbe

Slide 23 - Tekstslide

Een scooter rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
Beweging met constante snelheid
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 24 - Quizvraag

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
Beweging met constante snelheid
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 25 - Quizvraag


A
Het snelst bij C
B
Het snelst bij B
C
Het snelst bij A

Slide 26 - Quizvraag


A
Bij B
B
Bij D
C
Bij G

Slide 27 - Quizvraag