Werkwoorden - De verleden tijd

• Nederlands
• ISK

Welkom klas P1C

Werkwoorden - de verleden tijd

't x-kofschip

Het hele werkwoord

wandelen

werken

tekenen

vissen

Ruwe stam werkwoord

wandelen- wandel

werken- werk 

tekenen- teken

vissen- vis

't x-kofschip

wandel - nee = de/den

werk - ja = te/ten

teken - nee= de/den

vis- ja= te/ten

't x-kofschip

wandel - nee  = ik wandelde/ wij wandelden

werk - ja= ik werkte/ wij werkten

teken - nee= ik tekende/ wij tekenden

vis - ja = ik viste/ wij visten

De kinderen ... door het bos.

1. wandel
2. wandelde
3. wandelten
4. wandelden

Wij ... op de boerderij van opa.

1. werk
2. werkten
3. werkden
4. werkte

De kinderen ... de knikkers.

1. telden
2. tel
3. telten
4. telde

De knikker ... op de straat.

1. rolten
2. rolde
3. rolden
4. rol

De jongen ... de hond.

1. redde
2. rette
3. red
4. redden

Hij raakde met de bal de auto.

Goed

Fout

Fiona tekente een boom met bloemen.

goed

fout

De tafel wiebelde.

goed

fout

Hij (raken) met de bal de auto.

Fiona (tekenen) een boom met bloemen.

Vind je 't KoFSCHiP moeilijk of makkelijk?

Oefenen!

1. Maak de opdracht 'zwakke werkwoorden'. 

2. Klaar? Verder werken aan opdracht werkwoorden tegenwoordige tijd