OP 1 - 419- Week 2 - TNT / Neo + uitleg / lezen tk 1 / Goedgeb. tk 1 en 2

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag? (1e)
  1. TNT (afmaken?!)
    --> ook luistergedeelte

Slide 2 - Tekstslide

Straks Goedgebekt + leesboek + werkboek nodig. 
(419BH morgen wb)
Wat gaan we doen vandaag? (2e)
  1. Neologisme (5 min.)
  2. Strategieën woordbetekenis (25 min.)
  3. Goedgebekt / brief afmaken (7 min.)
  4. Vooruitblik/evaluatie (3 min.)

Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg! 

Slide 3 - Tekstslide

Straks Goedgebekt + leesboek + werkboek nodig. 
(419BH morgen wb)
1. Neologisme

Lawaaiflitspaal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Apparaat waarmee vastgesteld kan worden of motorvoertuigen de geldende geluidsnorm overschrijden. In de Franse stad Villeneuve-le-Roi en het dorpje het Saint-Forget, beide gelegen ten zuiden van Parijs, zijn bij wijze van experiment dergelijke apparaten geïnstalleerd. Een echte flitspaal is het niet. Met vier microfoons wordt elke tiende van een seconde een geluidsmeting gedaan en een koppeling met de politiecamera’s zorgt ervoor dat nauwkeurig kan worden vastgesteld welk voertuig in overtreding is. De boetes worden vervolgens automatisch uitgeschreven.
Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat een neologisme is. 
  2. Ik kan uitleggen welke manieren ik kan gebruiken om de betekenis van een woord op te zoeken. 

Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg! 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een neologisme? 
  • nieuw gevormd woord
  • veel neologismen zijn eendagsvliegen, bijvoorbeeld Bokitoproof
  • ex-neologismen: 
    e-mail (e is van electronic)

Slide 7 - Tekstslide

Betekenis Bokitoproof:
bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen). Genoemd naar de zilverruggorilla Bokito, die op 18 mei 2007 werd uitgedaagd door een vrouw, uit zijn dierenverblijf in Blijdorp ontsnapte en haar ernstig verwondde. 

Sommige neologismen worden zo goed in de taal opgenomen, dat ze niet meer zijn weg te denken. Dit noemen we dan ex-neologismen.
Bijvoorbeeld e-mail, e = electronic.
Hoe kan ik de betekenis van een woord vinden? 
  1. In het woord zelf.
    - Latijnse voor- en achtervoegsels (monoloog, aquaduct, antistof)
    - samenstelling

  2. In de context van het woord.
    Kun je de betekenis herleiden uit de zin of de alinea waarin het woord staat? 

  3. In het woordenboek

Slide 8 - Tekstslide

--> Het Nederlands kent veel woorden die hun oorsprong kennen in het Latijn. Het gaat hierbij om voor- en achtervoegsels. Als je de betekenis hiervan kent, zal dit je helpen bij het herleiden van de betekenis. 
mono = één
aqua = water
anti = tegen
-->Soms is een woord een samenstelling van twee woorden die je apart wel kent. Daarmee zou je ook de betekenis kunnen herleiden. 
Voorbeeld: betekenis in het woord zelf
  • Synoniem betekent?
    syn = gelijk (Latijn)
    oniem = naam of woord (Grieks en Frans)

  • De Dikke van Dale zegt:
    sy·no·niem (het; o; meervoud: synoniemen)
    1 woord met (bijna) dezelfde betekenis: gelukwensen is een synoniem van feliciteren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden rondom het nieuwe
    woord of de voorgaande zinnen.
  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.
  • Soms staat er verderop in de tekst een synoniem.

Slide 10 - Tekstslide

Betekenis synoniem: een woord dat bijna hetzelfde betekent. 
Voorbeeld: betekenis in het woord zelf? 
  • Drieklapskus betekent?


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: betekenis uit de context halen
‘Nederlandse mannen geven hun drieklapskus over het algemeen alleen aan vrouwen. Als ze een man tegenover zich treffen houden ze het bij een handdruk.’ 

(Eggeraat, 2017)

Slide 12 - Tekstslide

Betekenis: 
Verschijnsel dat iemand een bekende bij wijze van begroeting drie zoenen geeft.

(Typisch Nederlands, meestal in volgorde rechterwang – linkerwang – nogmaals rechterwang.) 
Oefening neologismen
Wat betekenen de volgende neologismen?
appongeluk
regenboogtaal
antiaanrandstrip
wildbreien
festivaluta
ontspullen

Werk in tweetallen, zachtjes overleg. 
Schrijf jullie bevindingen op (gebruik GEEN internet).
Over 5 minuten bespreken we de betekenissen klassikaal.

timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden deel 1
  • appongeluk 
    Een ongeluk waarbij een verkeersdeelnemer betrokken is die tijdens het ongeval aan het appen was.
  • regenboogtaal 
    Genderneutrale taal, bv. in de aanspreking van personen.
  • antiaanrandstrip of anti-aanrandstrip 
    Strip die in een onderbroek gekleefd kan worden, bij een mogelijke aanranding een berichtje stuurt naar je smartphone met de vraag of alles oké is en, als niet binnen dertig seconden geantwoord wordt, contactpersonen en hulpdiensten waarschuwt. Tegelijkertijd wordt een geur van rotte eieren verspreid om de aanrander af te schrikken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden deel 2
  • wildbreien
    Breien in de openbare ruimte, waarin de breiwerkjes vervolgens ook ter versiering opgehangen worden, bijvoorbeeld om bomen, lantaarnpalen of bankjes heen. 
  • festivaluta
    Munten of bonnen waarmee je op een festival kunt betalen voor je drankjes, eten, etc. 
  • ontspullen 
    Spullen die je niet gebruikt weggooien, weggeven of tegen een laag bedrag verkopen, met de bedoeling ruimte in je huis én in je hoofd te creëren. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat een neologisme is. 
  2. Ik kan uitleggen welke manieren ik kan gebruiken om de betekenis van een woord op te zoeken. 

Gelukt?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Wat? Goed Gebekt deel 1 taak 1 - 5. Kijk hoever je komt.
Kennismakingsbrief al af? 

Hoe? Begin bij taak 1 en lees de opdrachten goed door. 
Denk aan de manieren om een woordbetekenis op te zoeken.

Hulp? Je werkt stil en zelfstandig. Bij vragen steek je je vinger op.
Tijd? Tot het einde van de les.
Uitkomst? Zelf nakijken.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag? (3e)
  1. Lezen leesboek (15 min.)
  2. Werkboek: lezen taak 1 (20 min.)
  3. Vooruitblik/evaluatie (5 min.)
Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg!


Ondertussen kom ik langs met feedback op je brief.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Lezen
15  minuten lezen in leesboek
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Lezen taak 1

  • gezamenlijk wb opdracht 1 blz. 8
  • gezamenlijk hb blz. 14 (1.1 en 1.9.1 en 1.9.2)
  • wb opdracht 3 blz. 10 
  • wb opdracht 4 blz. 14

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Evaluatie en vooruitblik
Evaluatie

Vooruitblik:
  • Boeken mee; ook leesboek
  • Opdrachten: lezen/luisteren werkboek + Goedgebekt
Goedgebekt taak 1 af! 


Slide 21 - Tekstslide

  1. Wat denk je dat het lesdoel of de lesdoelen van deze les waren?
  2. Voor wie was deze les niet duidelijk?