01. Les neologisme - ECOADMI418BH - 14 september 2018

WELKOM! 
Zet de tafels in U-vorm!

Lees je feedback rustig door en stop je brief bij je Taaldossier. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM! 
Zet de tafels in U-vorm!

Lees je feedback rustig door en stop je brief bij je Taaldossier. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? 
- uitleg neologisme
- opdracht neologisme
- begin Goed Gebekt taak 1 t/m 5
- afsluiting


Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg! 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat een neologisme is. 
  2. Ik kan uitleggen welke manieren ik kan gebruiken om de betekenis van een woord op te zoeken. 

Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg! 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een neologisme? 
  • Een neologisme is een nieuw gevormd woord. Het kan ook een bestaand, oud woord zijn dat een nieuwe betekenis krijgt. 
  • Veel neologismen zijn eendagsvliegen, bijvoorbeeld Bokitoproof.
  • Betekenis:
    bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen). Genoemd naar de zilverruggorilla Bokito, die op 18 mei 2007 werd uitgedaagd door een vrouw, uit zijn dierenverblijf in Blijdorp ontsnapte en haar ernstig verwondde.

  • Sommige neologismen worden zo goed in de taal opgenomen, dat ze niet meer zijn weg te denken. Dit noemen we dan ex-neologismen.
    Bijvoorbeeld e-mail, e = electronic.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kan ik de betekenis van een woord vinden? 
  1. In het woord zelf.
    --> Het Nederlands kent veel woorden die hun oorsprong kennen in het Latijn. Het gaat hierbij om voor- en achtervoegsels. Als je de betekenis hiervan kent, zal dit je helpen bij het herleiden van de betekenis. (Zie lijst.)
    -->Soms is een woord een samenstelling van twee woorden die je apart wel kent. Daarmee zou je ook de betekenis kunnen herleiden. 

  2. In de context van het woord.
    Kun je de betekenis herleiden uit de zin of de alinea waarin het woord staat? 

  3. In het woordenboek

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld: betekenis in het woord zelf
  • Synoniem betekent?
    syn = gelijk (Latijn)
    oniem = naam of woord (Grieks en Frans)

  • De Dikke van Dale zegt:
    sy·no·niem (bijvoeglijk naamwoord)
    1 hetzelfde betekenend: die woorden zijn synoniem

    sy·no·niem (het; o; meervoud: synoniemen)
    1 woord met (bijna) dezelfde betekenis: gelukwensen is een synoniem van feliciteren

Slide 6 - Tekstslide

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden rondom het nieuwe
    woord of de voorgaande zinnen.
  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.
  • Soms staat er verderop in de tekst een synoniem.
  • Betekenis synoniem: een woord dat bijna hetzelfde betekent. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld: betekenis in het woord zelf? 
  • Drieklapskus betekent?


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld: betekenis uit de context halen
  • ‘Nederlandse mannen geven hun drieklapskus over het algemeen alleen aan vrouwen. Als ze een man tegenover zich treffen houden ze het bij een handdruk.’ (Eggeraat, 2017)
  • … 
  • Betekenis: Verschijnsel dat iemand een bekende bij wijze van begroeting drie zoenen geeft.
    (Typisch Nederlands, meestal in volgorde rechterwang – linkerwang – nogmaals rechterwang.) 

Slide 9 - Tekstslide

Oefening neologismen
Wat betekenen de volgende neologismen?
appongeluk
regenboogtaal
antiaanrandstrip
wildbreien
festivaluta
ontspullen

Werk in tweetallen, zachtjes overleg. 
Schrijf jullie bevindingen op (gebruik GEEN internet).
Over 5 minuten bespreken we de betekenissen klassikaal.

timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden deel 1
  • appongeluk 
    Een ongeluk waarbij een verkeersdeelnemer betrokken is die tijdens het ongeval aan het appen was.
  • regenboogtaal 
    Genderneutrale taal, bv. in de aanspreking van personen.
  • antiaanrandstrip of anti-aanrandstrip 
    Strip die in een onderbroek gekleefd kan worden, bij een mogelijke aanranding een berichtje stuurt naar je smartphone met de vraag of alles oké is en, als niet binnen dertig seconden geantwoord wordt, contactpersonen en hulpdiensten waarschuwt. Tegelijkertijd wordt een geur van rotte eieren verspreid om de aanrander af te schrikken.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden deel 2
  • wildbreien
    Breien in de openbare ruimte, waarin de breiwerkjes vervolgens ook ter versiering opgehangen worden, bijvoorbeeld om bomen, lantaarnpalen of bankjes heen. 
  • festivaluta
    Munten of bonnen waarmee je op een festival kunt betalen voor je drankjes, eten, etc. 
  • ontspullen 
    Spullen die je niet gebruikt weggooien, weggeven of tegen een laag bedrag verkopen, met de bedoeling ruimte in je huis én in je hoofd te creëren. 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Goed Gebekt taak 1 - 5. Kijk hoever je komt.
Hoe? Begin bij taak 1 en lees de opdrachten goed door. Denk aan de manieren om een woordbetekenis op te zoeken.
Hulp? Je werkt stil en zelfstandig. Bij vragen steek je je vinger op.
Tijd? Tot het einde van de les.
Uitkomst? Zelf nakijken. Kies drie woorden uit die onbekend waren en schrijf ze op het formulier achterin je taaldossier.
Klaar? Verder met taak 6 - 10. 

Slide 13 - Tekstslide

timer
1:00
Wat heb jij persoonlijk geleerd van deze les?

Slide 14 - Woordweb

Vooruitblik
We beginnen dinsdag met:
  1. een nieuw neologisme
  2. TNT op de computer (heeft iedereen een licentie?)
  3. verder werken met Goed Gebekt (andere boeken niet mee)
  4. GEEN huiswerk: we lopen goed op schema!

Ik hoop dat jullie een goede week hebben gehad.
Fijn weekend alvast!
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide