In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H12 - Vergelijkingen
WI 1T P5 H7 W1
H12 Voorkennis + §12.1
Slide 1 - Tekstslide
Introductie
Wat gaan we doen deze periode?
- Starten met H12 - Vergelijkingen
- Tussendoor steeds een paragraaf uit H10 - Breuken
- Toets: Week 6 (x2) over H10 en H12
- LET OP!!! Rare periode met veel uitval vanwege studiedagen en vrije dagen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Ik kan van een woordformule een letterformule maken door woorden te vervangen met letters.
Ik kan een pijlenketting bij een formule maken.
Slide 3 - Tekstslide
Eerste gedeeld door? Of eerst optellen?
Slide 4 - Open vraag
Bereken en laat je stappen zien (geen RM)
Slide 5 - Open vraag
Bert rekent voor het schilderen €38 per uur. De woordformule voor deze kosten is dus: Het aantal uren keer ... is gelijk aan de kosten in euro's.
Slide 6 - Woordweb
Bert rekent voor het schilderen €38 per uur en €19 voorrijkosten. De woordformule voor deze kosten is dus: Het aantal uren keer ... plus ... is gelijk aan de kosten in euro's.
Slide 7 - Open vraag
Bert doet mee met een sponsorloop. Zijn vader betaalt hem vijf euro plus €0,50 per gelopen rondje. Wat komt bovenop de pijlen in de pijlenketting hiernaast?
Slide 8 - Open vraag
Van de vorige pijlenketting kan je ook een formule maken. Maak de formule af door de puntjes in te vullen: "aantal rondjes x .... + .... = bedrag
Slide 9 - Open vraag
Je kan een woordformule korter schrijven door woorden met letters te vervangen:
Slide 10 - Tekstslide
Schrijf deze formule korter.
Slide 11 - Woordweb
Leerdoel
Ik kan van een woordformule een letterformule maken door woorden te vervangen met letters.