interactievaardigheden

Interactievaardigheden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Interactievaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Zes interactievaardigheden
sensitieve responsiviteit.
respect voor de autonomie.
structureren en grenzen stellen.
praten en uitleg geven.
ontwikkeling stimuleren.
begeleiden van interacties.

Slide 2 - Tekstslide

Sensitieve responsiviteit
Sensitief: gevoelig zijn voor signalen van de kinderen, deze herkennen en goed weten te interpreteren (kijken en luisteren) Responsief: adequaat reageren op de signalen: een reactie geven waaruit blijkt dat je de intenties van het kind goed hebt begrepen.

Slide 3 - Tekstslide

Een aantal voorbeelden van responsief gedrag zijn:

Luisteren en nieuwsgierige houding.
De tijd nemen voor gesprekjes met kinderen.
Positieve feedback geven aan kinderen.
De kinderen uitdagen in hun betrokkenheid.
De kinderen helpen bij keuzes.

Slide 4 - Tekstslide

Respect voor autonomie
Respect voor autonomie houdt in dat een kind wordt gesteund bij activiteiten waar hij dat nodig heeft en ongestoord kan werken wanneer dat mogelijk is. Elke kind is anders, dus elk kind zal de dingen op zijn of haar eigen manier doen. Daarom is het goed als een kind eerst zijn eigen oplossingen zoekt voor de problemen waarmee hij geconfronteerd wordt. Op die manier leert een kind oplossingsgericht denken en ontwikkelt het zelfredzaamheid. Elke leeftijd heeft zijn eigen behoeften. Door een kind als een op zichzelf staand individu te beschouwen en door vast te houden aan de eigenheid van een kind, kan een kind tot zijn recht komen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Structureren en grenzen stellen
 De omgeving voor het kind overzichtelijk en zoveel mogelijk voorspelbaar maken, dit houdt ook in dat je zelf voorspelbaar (consequent) bent in je gedrag. het kind duidelijk maken wat je van hem verwacht. zorgen dat het kind zich aan de gestelde regels houdt.

Slide 7 - Tekstslide

Praten en uitleg geven
Bij de vaardigheid praten en uitleggen gaat het over de taal die jij gebruikt bij het begeleiden van kinderen. Geef informatie en uitleg die is aangepast aan de situatie, de interesses en het ontwikkelingsniveau van het kind.
Praat met de kinderen in plaats van tegen hen.
Geef kinderen de ruimte om hun eigen bijdrage aan de gesprekken te leveren.
Neem de opmerkingen van kinderen in gesprekken serieus en reageer daar op de juiste manier op

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Ontwikkeling stimuleren
Ontwikkelingsstimulering gaat over wat je als opvoeder doet om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Daartoe moet men de ontwikkeling van het kind volgen en aansluiten bij zijn behoeften en interesses. Bied nieuwe activiteiten en materialen aan die aan de behoeften en interesses van het kind inspelen.
Benadruk de nieuwe mogelijkheden voor activiteiten en materialen.
Aandacht hebben voor het ontwikkelingsritme van het kind.
Met de kinderen praten over interessante onderwerpen of problemen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

begeleiden van interactie
Interactie is een wisselwerking, een wederzijdse actie tussen mensen, dieren of dingen. Positief sociaal gedrag, zoals luisteren naar elkaar, elkaar helpen, delen en samen praten, moedig je aan. Dit zijn positieve interacties tussen kinderen.

Slide 12 - Tekstslide

Welke interactievaardigheid past het meest bij jou? 

Casussen en reacties

Slide 13 - Tekstslide