1AB Unité 1 Herhaling Grammaire II

Bonjour !
  • Prends ton cahier (=schrift).
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour !
  • Prends ton cahier (=schrift).

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Objectif: Je hebt de Franse lidwoorden herhaald.

  • Annonces
  • Herhaling lidwoorden
  • 16GHI

Slide 2 - Tekstslide

Annonces
  • Proefwerk Frans: 3 november (morgen dus)!
- Leren: Apprendre 1 t/m 10!

  • Herkansing SO Frans (wie onvoldoende heeft en deze wil maken): 1e les na het proefwerk!
- Leren: Apprendre 1, 2, 4, 6, 8
- De hele klas is er, niet alleen de herkansers!

Slide 3 - Tekstslide

Les articles (de lidwoorden)
Noteer in je schrift bij wat voor woorden je de volgende lidwoorden gebruikt:
  • Le
  • La
  • Les
  • L'

Slide 4 - Tekstslide

Les articles (de lidwoorden)
Noteer in je schrift bij wat voor woorden je de volgende lidwoorden gebruikt:
  • Le - Mannelijk enkelvoud.
  • La - Vrouwelijk enkelvoud.
  • Les - Mannelijk en vrouwelijk meervoud.
  • L' - Woorden in het enkelvoud die met een klinker of stomme H beginnen.

Slide 5 - Tekstslide

Les articles (de lidwoorden)
Noteer in je schrift bij wat voor woorden je de volgende lidwoorden gebruikt:
  • Un
  • Une
  • Des

Slide 6 - Tekstslide

Les articles (de lidwoorden)
Noteer in je schrift bij wat voor woorden je de volgende lidwoorden gebruikt:
  • Un - Mannelijk enkelvoud, om 'een' te vertalen.
  • Une - Vrouwelijk enkelvoud, om 'een' te vertalen.
  • Des - Meervoud, als in het Nederlands geen lidwoord (x) staat.

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn verbanden tussen deze lidwoorden:

  • Le & Un zijn beide mannelijk enkelvoud.
  • La & Une zijn beide vrouwelijk enkelvoud.
  • Les & Des zijn beide het meervoud.

  • L' kan zowel mannelijk als vrouwelijk enkelvoud zijn, en mogelijk gecombineerd worden met Un & Une!

Slide 8 - Tekstslide

Il, Ils & Elle, Elles
  • Wanneer gebruik je deze woorden? 

Slide 9 - Tekstslide

Il, Ils & Elle, Elles
  • Je gebruikt deze woorden om ergens naar te verwijzen, zonder het woord waarnaar je verwijst te herhalen.

  • Il - Mannelijk enkelvoud (hij)
  • Elle - Vrouwelijk enkelvoud (zij)
  • Ils - Mannelijk meervoud (zij, jongens of gemengd)
  • Elles - Vrouwelijk meervoud (zij, meisjes)

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
  • Le garçon est où ? Il est au collège.
  • Aurélie habite à Paris. Elle aime Paris.
  • Les garçons sont en cinquième. Ils sont au collège Georges Brassens.
  • Les amies sont sympas. Elles sont aussi jolies. 

Slide 11 - Tekstslide

Dus...
  • Le & Un -> Il 
  • La & Une -> Elle 
  • L' & Un/Une -> Il / Elle 
  • Les & Des -> Ils/Elles 

Slide 12 - Tekstslide

Les articles
Mannelijk
Vrouwelijk
Meervoud
'Normale' woorden
Le / Un / Il

Le Garçon
Un garçon
La / Une / Elle

La fille
Une fille
Les / Des / Ils, Elles
Les enfants
Des enfants
Woorden met een klinker of stomme h
L' / Un / Une / Il
L'arbre
Un arbre
L' / Un / Une / Elle
L'adresse
Une adresse
Les / Des / Ils, Elles
Les arbres
Des arbres

Slide 13 - Tekstslide

Dus...
  1. Wanneer gebruik je le? Of la? Of des

  2. Klopt het dat le ALTIJD de betekent, en la ALTIJD het?

  3. Waar of niet waar: il verwijst altijd naar mannelijke woorden, elle altijd naar vrouwelijke woorden.

Slide 14 - Tekstslide

Vul het missende lidwoord in:
  1. (de) _____ classe est 1B.
  2. J'ai (een) ____ ami qui s'appelle Romain.
  3. Voilà un garçon. (hij)____ s'appelle Ousmane.
  4. Voilà Aurélie. (zij) _____ est une camarade de classe.
  5. J'ai (x) _____ amis qui habitent à Paris.

Slide 15 - Tekstslide

Au travail !
Quoi?
Faire 16GHI, page 44.
Avec qui?
Individuellement
Besoin d'aide?
Bekijk je aantekeningen om het antwoord te vinden.
Temps?

Résultat?
Je hebt geoefend met de lidwoorden.
Fini? 
- Apprendre pour le test.
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Programme
  • Objectif: Je hebt de Franse lidwoorden herhaald.

  • Herhaling lidwoorden - ✔
  • 16GHI - ✔

Slide 17 - Tekstslide

Le prochain cours:
Proefwerk over Unité 1!

  • Devoirs :
    - Apprendre 1 t/m 10 leren (woordjes, zinnetjes, être & lidwoorden)!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide