2B Economie Hoofdstuk 1

2B Economie Hoofdstuk 1
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

2B Economie Hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Consument
iemand die iets koopt 
voor zichzelf

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten t/m 6

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Een geldbedrag noteren
  • Je schrijft een €-teken voor het getal.
  • Twee cijfers achter de komma
  • Tussen euro's en centen zet je een komma.

Slide 6 - Tekstslide

Hele getallen in euro's
Noteren als:
€ 2
€ 2,00
€ 2,-

Slide 7 - Tekstslide

Bij duizendtallen
Noteer je een punt op drie plaatsen van achteren, zoals:

€ 12.325
€ 6.351.200

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdrachten 8 t/m 10 op pagina 13

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je weet waarom we geld gebruiken
  • Je kent het verschil tussen directe ruil en indirecte ruil

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Directe ruil

Slide 12 - Tekstslide

Indirecte ruil

Slide 13 - Tekstslide

Geld als ruilmiddel

indirecte ruil


Slide 14 - Tekstslide

  • Sanne en de klant gebruiken geld
     als ruilmiddel, want Sanne
     ontvangt geld in ruil voor het
     brood.
  • Zelf krijgt ze geld (loon) in ruil
     voor haar arbeid. Ook op deze
     manier heeft geld de functie van
     ruilmiddel.
Geld als ruilmiddel

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende week woensdag
Maak een lijst met 3 ruilingen die je hebt gedaan in deze week.
Hierop schrijf je wat je voor wat hebt geruild.

Voorbeeld: 
  • Ruil geld voor KitKat in de schoolkantine
  • Ruil een half uur van mijn tijd (om de auto van de buurman te wassen) voor geld

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kent verschillende manieren van betalen

Slide 17 - Tekstslide

Afronden in de winkel
1 cent en 2 worden niet gebruikt

Als je contant betaald wordt het afgerond.
Maar als je elektonisch betaald?

Slide 18 - Tekstslide

Elektronisch betalen

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdrachten 8 t/m 13.

KGT boek? Maken 8, 10 & 12

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Veilig bankieren
Huiswerk bespreken
(Saldo berekenen)

Slide 21 - Tekstslide

Bescherm je codes!
Je huissleutel geef je niet aan een willekeurige voorbijganger. Doe dat ook niet met je beveiligingscodes.

Slide 22 - Tekstslide

Bewaak je pas!
Je huissleutel laat je niet slingeren. Doe dat ook niet met je betaalpas of creditcard. 

Slide 23 - Tekstslide

Beveilig je apparatuur
Je voordeur doe je op slot. Doe dat ook met de apparatuur die je gebruikt om je bankzaken te regelen.

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk je afschrijvingen
Je weet wat er op jouw rekening binnenkomt. Kijk je ook regelmatig wat er wordt afgeschreven?

Slide 25 - Tekstslide

Bij twijfel, bel je bank!
Voorkomen is beter dan genezen. Maar dat lukt helaas niet altijd. Denk je dat je het slachtoffer bent van fraude, laat dit dan direct aan ons weten. Door fraude te melden, kunnen wij jou en andere klanten helpen.

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 11 op pagina 17

KGT boek? maken opdracht 14 op pagina 20

Slide 27 - Tekstslide

Saldo berekenen

Slide 28 - Tekstslide

Saldo berekenen
Oud saldo
€ 100
tegoed
Bij (ontvangsten)
€ 10,00
+
Af (uitgaven)
€ 5,00 
Nieuw saldo
€ 105,00
tegoed

Slide 29 - Tekstslide

Saldo berekenen voorbeeld

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
BK-boek?
Maken opdrachten 14 en 15 op pagina 18
Maken opdrachten 6 en 7 op pagina 32 

KGT-boek?
Maken opdracht 15 en 16 op pag. 21
Maken rekenopdrachten 6 en 7 op pag. 34-35

Nog niet klaar? Huiswerk voor vrijdag!

Slide 31 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Huiswerk bespreken
Behoeften
Verschillen in behoeften

Slide 32 - Tekstslide

Behoefte
Behoefte= Iemand die graag iets wilt of wat je nodig hebt.

Primaire behoefte                                      secundaire behoefte
basisbehoeften                                              overigebehoeften

Slide 33 - Tekstslide

Verschillen tussen behoeften
Verschillen in behoefte worden bepaald door:
  • Je budget
  • Je leeftijd
  • Je geslacht
  • Je vrienden en klasgenoten
  • Het gezin waarin je opgroeit
  • Reclames die je ziet en hoort

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 7 van paragraaf 1.3
pag. 20-22


Slide 35 - Tekstslide