Post versturen

Les maandag 26 augustus
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les maandag 26 augustus

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les weet je:
  • hoe je een adres opschrijft
  • hoe je een persoonlijk bericht op een kaart schrijft
  • hoe je post moet versturen

Slide 3 - Tekstslide

Hoe komt post op het juiste adres?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Een adres bestaat uit 4 dingen:
  1. Straat

  2. Huisnummer

  3. Postcode

  4. Woonplaats

Slide 6 - Tekstslide

Adres zoeken
  1. Pak je telefoon

  2. Ga naar Google

  3. Typ:      curio    nt2    roosendaal

  4.  Wat is het adres?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een postcode?
Een postcode heeft in Nederland:

  • 4 cijfers
  • 2 letters


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

postcode 4826 CW
48   =   regio Breda
26   =   gebied in Breda
CW =   gedeelte van de straat

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf je eigen adres op
Schrijf het adres op 3 regels. 
Gebruik hoofdletters.

  1.   voornaam + achternaam
  2.   straat + huisnummer
  3.   postcode + plaats

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer bezorgt het bedrijf...
  • in Breda
  • in Groningen
  • in Zwolle
  • in Limburg
  • in België 

Slide 15 - Tekstslide

               Ik weet de postcode niet!

Slide 16 - Tekstslide

            Ik weet de straat niet! 

Slide 17 - Tekstslide

Een kaart met de post versturen.
Waar moet je op letten?

  • Het gewicht van de post
  • Plaats van de postzegel
  • Plaats van het adres
  • Maat van de envelop
  • Hoe je de brief in de envelop doet


Slide 18 - Tekstslide

  • 1  t/m 20 gram
  • 21 t/m 50 gram

Slide 19 - Tekstslide

  • 350 t/m 2000 gram (2 kilo)
  • hele grote enveloppen (32,4 x 22,9 cm)  
  • 21 t/m 50 gram

Slide 20 - Tekstslide

Postzegels plakken!

Slide 21 - Tekstslide

Plaats van de postzegel

Slide 22 - Tekstslide

Plaats van het adres:
Curio 

4826 
Breda
4
CW
Zomergemstraat

Slide 23 - Tekstslide

Wat betekent  t.a.v.
  • t.a.v. = ter attentie van

  • Je gebruikt deze afkorting als je post stuurt naar een persoon bij een bedrijf of organisatie.

  • regel 1: naam bedrijf
  • regel 2: t.a.v. + naam


Curio 

4826 
Breda
4
CW
Zomergemstraat
t.a.v.
Tanja van der Made

Slide 24 - Tekstslide

Wat doe je...


als je de voornaam niet weet.

Slide 25 - Tekstslide

Wat doe je...


als je de naam niet weet,
maar wel de afdeling.

Slide 26 - Tekstslide

Wat doe je...


als je de naam
én
de afdeling weet.

Slide 27 - Tekstslide

Maat van de envelop:

Slide 28 - Tekstslide

Een kaartje schrijven
  • Een kaartje is een persoonlijk bericht.
  • Je schrijft het aan vrienden of familie.

  • In een persoonlijk bericht gebruik je de je-vorm.
  • Soms gebruik je toch de u-vorm.
  • Bijvoorbeeld omdat dit in jouw familie zo afgesproken is.
  • De u-vorm noem je de beleefdheidsvorm.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht: gebruik de je-vorm
  • Lees de ansichtkaart
  • De u-vorm en de je-vorm staan door elkaar
  • Alle hoofdletters en leestekens ontbreken.
  • Schrijf de ansichtkaart opnieuw.
  • Gebruik alleen de je-vorm.
  • Zet de hoofdletters en leestekens op de juiste plaats.
  • Zet jouw naam onder de tekst.

Slide 30 - Tekstslide

Hoe schrijf je een persoonlijk bericht?
  • Datering: schrijf de plaatsnaam voluit. Schrijf de maand voluit.
    Bijvoorbeeld: Breda, 26 augustus 2024
  • Aanhef: begin altijd met een groet. Bijvoorbeeld: Hoi Jolanda,
  • Inhoud: vertel wat je wilt zeggen.
    Bijvoorbeeld: Fijn dat je dit jaar weer naar school komt!
  • Slotgroet: eindig je bericht met een afsluitende zin en een groet.
    Je noemt dit de slotgroet. Zet onder de slotgroet jouw naam. Dit noem je de ondertekening. Bijvoorbeeld: Ik wens je veel succes en plezier. Groetjes,

Slide 31 - Tekstslide

Oefenen:

  • Schrijf een ansichtkaart aan jouw docent.
  • Aan mij dus ;-)

Slide 32 - Tekstslide

Een persoonlijk bericht schrijven
  1. Schrijf een beterschapskaartje voor Cennet
  2. Schrijf een felicitatiekaartje voor Humphrey
  3. Begin de tekst met een aanhef. 
  4. Schrijf een kort bericht van één of twee regels.                  
  5. Sluit de tekst af met een groet.     
  6. Zet de hoofdletters en leestekens op de juiste plaats.                           

Slide 33 - Tekstslide


Een pakketje versturen ->
 waar let je op?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

  • Grootte van de doos
  • Plaats adres
  • Opvulmateriaal
 Waar let je op?

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Waar zet je de postzegel op een envelop
A
Rechts boven in de hoek
B
Links onder in de hoek
C
Links boven in de hoek
D
In het midden

Slide 38 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen "vertrouwelijke post" en "persoonlijke post" ?
A
Er is geen verschil
B
Vertrouwelijke post mag je open maken
C
Persoonlijke post mag je openmaken
D
Op vertrouwelijke post staat vertrouwelijk en bij persoonlijke post staat de naam bovenaan het adres

Slide 39 - Quizvraag

Onze post wordt door de postbode bezorgd, maar vroeger werd de post door een dier bezorgd. Welk dier was dat?

A
B
C
D

Slide 40 - Quizvraag

Waar worden brieven/kaarten op gesorteerd
A
Straatnaam
B
Plaats
C
Kleur
D
Postcode

Slide 41 - Quizvraag

Wat is interne post?
A
Alle poststukken die bij een bedrijf binnenkomen
B
Post die binnen een bedrijf wordt verstuurd
C
Alle poststukken die worden verstuurd

Slide 42 - Quizvraag

Waar let je op als je een voorwerp in een doos verstuurd
A
Is de doos de goede maat
B
Is de lege ruimte opgevuld
C
Heb je het adres label op de bovenkant geplakt
D
Is de bovenkant afgeplakt

Slide 43 - Quizvraag

brieven kan je per ........ versturen.
A
Post
B
What's app
C
Teams
D
Mail

Slide 44 - Quizvraag

Wanneer is de eerst handgeschreven brief verstuurd.
A
In 1990
B
In 908
C
500 jaar voor de Europese jaartelling
D
100 jaar voor de Europese jaartelling

Slide 45 - Quizvraag