OP 1 - 417 - Week 4 - Neo / lezen / TD ww tt / TD spreken / uitleg spreekexamens

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag? (1e, 2e)
  1. Neologisme
  2. Lezen
  3. TD-toets: werkwoordspelling tt
  4. TD-toets: flitspresentaties
  5. Spreekexamens uitdelen
  6. Evaluatie en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Leesboek mee! 
Opdracht + antw. ww tt mee! 
Opdracht + beoord. spreken mee! 
Spreekschema mee.
1. Neologisme

verthuizen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Het interieur van je eigen huis vernieuwen in plaats van te verhuizen. De woningbranche in Nederland hield ernstig rekening met dalende omzetcijfers. Immers, er worden minder huizen verkocht, dus zal er ook minder behoefte zijn om huizen in te richten, zo luidde de redenering.

Het tegendeel blijkt waar te zijn: juist vanwege de krapte op de huizenmarkt schaffen mensen massaal nieuwe meubels, vloeren, gordijnen e.d. aan om hun eigen huis een opknapbeurt te geven. ‘Thuis verhuizen’ of verthuizen wordt het genoemd. Ook de afleiding verthuizing wordt al gebruikt.
In haar column op de voorpagina van de Volkskrant (10 september 2019) ziet Paulien Cornelisse wel toekomst voor het nieuwe woord: ‘Typisch zo’n woord dat, afhankelijk van je stemming, hilariteit of walging oproept, maar dat je na enige tijd toch min of meer normaal gaat gebruiken.’
2. Lezen
15  minuten lezen in leesboek
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. TD-toets werkwoordspelling
  • Tegenwoordige tijd (zie bord)
  • Wat is de cesuur? Wat vinden jullie hoeveel %?
  • Vul alles in
  • Klaar? Verder lezen
timer
7:00

Slide 6 - Tekstslide

ik = ik-vorm (verschil met stam?)
jij/u = ik-vorm + t
voor jij? dan ik-vorm
hij/zij/het = ik-vorm + t
wij = heel ww
jullie = heel ww
zij = heel ww
bevel = ik-vorm

Cesuur opzoeken
3. TD-toets werkwoordspelling
  • Schuif door naar links
  • Kijk na
  • Is er een fout? Leg dan uit waarom dit een fout is aan degene die het fout heeft gedaan.
  • Uitkomst: hoeveel fout? = cijfer TD

Slide 7 - Tekstslide

ik = ik-vorm (verschil met stam?)
jij/u = ik-vorm + t
voor jij? dan ik-vorm
hij/zij/het = ik-vorm + t
wij = heel ww
jullie = heel ww
zij = heel ww

4. Taaldossier 6: spreektoets
  • Flitspresentaties: max. 3 minuten
  • 5 woorden op het bord (geen ppt)
  • Beoordelingsformulier in laten vullen
  • Klas geeft BRUIKBARE tip voor het examen

Indien geen tijd: volgende week mee verder.

Slide 8 - Tekstslide

ingenomen spreekschema's, beoord.formulieren en opdr. uitdelen

Spreekschema's weer innemen.
5. Spreekexamens

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Hierna boekjes uitdelen.
Tijd over? Dan quizlet.
6. Evaluatie en vooruitblik
Evaluatie
Spreekschema nog nodig voor je betoog! (Latere TD-toets.)
Vooruitblik:
  • TD-toets: betoog schrijven 
  • Les in syllogismen (door logisch redeneren concluderen)
  • Laatste vragen voor spreekexamens


Slide 15 - Tekstslide

  1. Wat denk je dat het lesdoel of de lesdoelen van deze les waren?
  2. Voor wie was deze les niet duidelijk?