hoofdstuk 14 vragen

Wat betekent het begrip multimorbiditeit?
A
Een ouderdomsziekte die het bewegen vermoeilijkt.
B
Het gebruik van meerdere medicijnen
C
Een zeer ernstige vorm van overgewicht
D
Het hebben van twee of meer ziekten tegelijkertijd.
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
Zorg en WelzijnMBO

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat betekent het begrip multimorbiditeit?
A
Een ouderdomsziekte die het bewegen vermoeilijkt.
B
Het gebruik van meerdere medicijnen
C
Een zeer ernstige vorm van overgewicht
D
Het hebben van twee of meer ziekten tegelijkertijd.

Slide 1 - Quizvraag

Hoe kan het normale verouderingsproces worden vertraagd?
A
door een gezonde leefstijl
B
door intensief te sporten
C
door zonlicht
D
door medicijnen in te nemen

Slide 2 - Quizvraag

Welke vier klachten kunnen worden veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik?
A
- atrofie van het hersenweefsel - beschadigingen van het perifere zenuwstelsel
B
- hepatitis B - luchtweginfecties
C
- ondervoeding - stoornissen van het spijsverteringsstelsel
D
-verhoogde bloedsuiker - MRSA

Slide 3 - Quizvraag

Welke twee beweringen over de gezondheid van ouderen zijn juist?
A
Het verouderingsproces kun je niet vertragen
B
Bij het ouder worden neemt het herstelvermogen van weefsel af.
C
Ouder worden leidt tot veranderingen in de vitale functies.
D
Ouderen hebben minder snel last van bijwerkingen bij medicijngebruik.

Slide 4 - Quizvraag

Welke twee beweringen over valgevaar bij ouderen zijn juist?
A
De pols, dijbeenhals en ruggenwervels zijn bij ouderen het gevoeligst voor breuken.
B
Iemand met een verhoogde kans om te vallen moet worden gestimuleerd om een rolstoel te gebruiken.
C
Een botbreuk kan bij ouderen leiden tot blijvende invaliditeit.
D
Medicijngebruik verkleint de kans op vallen

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn drie oorzaken van urine-incontinentie bij ouderen?
A
- dementie - diabetes
B
- hoge bloeddruk - overgewicht
C
prikkelbare darm syndroom
D
ziekte van Parkinson

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent dehydratie?
A
uitdroging
B
ondervoeding
C
bloedvergiftiging
D
zuurstofgebrek

Slide 7 - Quizvraag

Hoe worden thuiszorg en ondersteunend wonen ook wel genoemd?
A
blended care
B
revalidatiezorg
C
intramurale zorg
D
ambulante zorg

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting Wmo?
A
Wet maatschappelijke zorg voor ouderen
B
Wet medische zorg voor ouderen
C
Wet maatschappelijke ondersteuning
D
Wet maatregelen in de ouderenzorg

Slide 9 - Quizvraag

Beweging heeft veel positieve effecten op de gezondheid van ouderen. Wat zijn 2 positieve effecten?
A
alcoholisme voorkomen
B
depressie tegengaan
C
incontinentie voorkomen
D
lichaam soepel houden

Slide 10 - Quizvraag

Alcoholisme komt vaak voor bij ouderen. Waaraan is het te herkennen?
A
verziendheid
B
ouderdomsvlekken
C
slapeloosheid
D
vallen zonder reden

Slide 11 - Quizvraag