Woordenschat & Spelling herhaling

Vandaag
  • Herhaling leerstof
  • Vragenuurtje
  • Aan de slag!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Herhaling leerstof
  • Vragenuurtje
  • Aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Nodig:

  • Chromebook
  • Leerwerk toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Samenstelling = 
woorden aan elkaar plakken.
Één begrip = één woord = één beklemtoonde lettergreep

Driegangendiner
Voicemailbericht

Ook samengestelde werkwoorden: stofzuigen, toezeggen, ingebruikneming

Slide 5 - Tekstslide

Mening & Argumenten
Wanneer je zegt wat je ergens van vindt, geef je je mening of standpunt.

"ik vind de verfilming van Dune 1 en 2 minder goed dan het boek."

Slide 6 - Tekstslide

"Ik vind... / Ik denk dat ..."
> Aankondigen van een mening.
> expliciete aanwijzingen.
> vaak zelf afleiden wat die mening is: "De verfilming van Dune 1 en 2 is minder goed dan het boek."

Slide 7 - Tekstslide

Conclusie
  • Als een mening of standpunt aan het slot van een tekst nog eens herhaald  wordt.
  • Als een mening of standpunt aan het slot van een tekst nog eens kort samengevat wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Feitelijk en Niet-feitelijk
Als je uitlegt waarom je iets vindt, geef je argumenten bij je standpunt.
> Met argumenten verdedig of onderbouw je je standpunt. Het zijn persoonlijke uitspraken. Signaalwoorden: daarom, omdat, want, doordat, ...

Slide 9 - Tekstslide

Feitelijk en Niet-Feitelijk
  • Als iemand niet meteen dezelfde mening heeft als jij, kun je diegene met jouw argumenten proberen te overtuigen.
  • Hoe 'sterker' jouw argumenten, hoe beter!
  • Argumenten waarvan vast te stellen is of de uitspraak 'waar' of 'onwaar' is.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeldje
  • Ajax is de beste voetbalclub van Nederland, want ze spelen over het algemeen erg mooi  voetbal.
  • Ajax is de beste voetbalclub van Nederland, want Ajax werd vaker landskampioen dan andere voetbalclubs.

Slide 11 - Tekstslide

Kritische denker
Wees een kritische denker!
Vraag je af: "klopt dit wel?"
"Is dit echt waar?"
"Hoe waarschijnlijk is dit?"
Ga op onderzoek uit in de tekst; weet iets over het onderwerp!

Slide 12 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen



  • -s toevoegen als je:
    In de samenstelling ook een –s hoort.

  • Let op: als je de –s niet hoort, kun je het tweede deel van het woord vervangen door een woord dat niet met een s-klank begint. 
Stationschef want stationsklok).

Slide 13 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen

  • Is het eerste deel een zelfstandig naamwoord met meervoud op -en, dan schrijf je de tussenklank -en:
    kaartenbak, vluchtelingenstelsel.

  • Heeft het eerste deel een meervoud op -s, of een meervoud op -s én -n, dan schrijf je alleen  -e:
      reserveband, keuzestress
  • Heeft het eerste deel geen meervoud, of bestaat er maar één van, dan schrijf je alleen een -e:
roggebrood, zonneschijn

Slide 14 - Tekstslide

Even testen...
A
gerstebier
B
gerstenbier

Slide 15 - Quizvraag

Even testen...
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 16 - Quizvraag

Even testen...
A
secondewijzer
B
secondenwijzer

Slide 17 - Quizvraag

Even testen...
A
oorlogschip
B
oorlogsschip

Slide 18 - Quizvraag

Koppelteken (-)
Een koppelteken gebruik je als er sprake is van lees- of uitspraakproblemen. 
machouiterlijk    macho-uiterlijk
alineaindeling     alinea-indeling

Slide 19 - Tekstslide

Koppelteken (-)
Je gebruikt ook een koppelteken bij een samenstelling met een afkorting, een getal, een symbool, een aparte letter of een combinatie daarvan:
dvd-verkoop, 15-jarigen, €-symbool, v-snaar, 3D-printer

Slide 20 - Tekstslide

Koppelteken (-)
Je gebruikt een koppelteken bij aardrijkskundige namen en samenstellingen die daarvan afgeleid zijn
Burgh-Haamstede
Latijns-Amerikaans

Slide 21 - Tekstslide

Koppelteken (-)
Samenstellingen waarvan het eerste deel een van de voorvoegsels bijna-, ex-, niet-, non-, oud- (voormalig), Sint- of sint- heeft, krijgen ook een koppelteken.
non-actief, ex-gedetineerde

Slide 22 - Tekstslide

Koppelteken (-)
Ook samenstellingen waarvan het tweede deel begint met een hoofdletter, krijgen een koppelteken. 
on-Nederlands, pro-Amerikaans

Slide 23 - Tekstslide

Koppelteken (-)
Samenstellingen die beginnen met adjunct, aspirant, chek, kandidaat, stagiair of substituut, krijgen altijd een koppelteken.
adjunt-directeur, chef-dirigent

Slide 24 - Tekstslide

Wat is juist geschreven?
A
18-jarige
B
3-havo-leerling

Slide 25 - Quizvraag

Het is auto-export (met koppelteken) omdat er in dit woord sprake is van klinkerbotsing.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Schrijf je wc-juffrouw of wcjuffrouw?
Schrijf je vwoniveau of vwo-niveau?
A
wc-juffrouw en vwoniveau
B
wc-juffrouw en vwo-niveau
C
wcjuffrouw en vwoniveau
D
wcjuffrouw en vwo-niveau

Slide 27 - Quizvraag

Ik gebruik het &-teken eigenlijk nooit.
'&-teken' is
A
juist geschreven
B
onjuist geschreven

Slide 28 - Quizvraag

Cijfers en getallen
Getallen tot en met twintig, tientallen, ronde getallen: letters.

Jaartal, temperatuur, gewicht, maat, bedrag, snelheid: cijfers.

Slide 29 - Tekstslide

Cijfers en getallen
Getallen in letters schrijf je aan elkaar. Alleen na 'duizend', voor en na 'miljoen' en voor en na 'miljard' komt een spatie.

negen miljard
twaalf miljoen honderdvijftigduizend tien

Slide 30 - Tekstslide

Cijfers en getallen
Bij klinkerbotsing schrijf je een trema, geen koppelteken

achthonderddrieënvijftig

Slide 31 - Tekstslide

Cijfers en getallen
Na een cijfer of getal schrijf je een koppelteken, behalve als het woord achter het cijfer of getal een samenstelling is.

22-jarige
4 meiherdenking

Slide 32 - Tekstslide

Wat is juist geschreven?
A
vijftienmiljoen honderddertigduizend
B
vijftien miljoen honderddertigduizend

Slide 33 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
zevenhonderddrie-en-zestig
B
zevenhonderddrieënzestig

Slide 34 - Quizvraag

Opdrachtje 
Check de toetsstof. Kennis paraat?
Stel je vragen!

Inloopuur online?


Slide 35 - Tekstslide

Nog vragen?

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag! 2v


    Aan de slag met:
    Leren voor de toetsweek (mag ook andere vakken)
    Leesvaardigheid oefenen
    Mentorzaken bespreken 

    Klaar? Good busy!  Leer alvast Nederlands voor de PWW. Doe iets voor jezelf. Vijf minuten voor het einde samen afsluiten.

    Slide 37 - Tekstslide

    Aan de slag! 3v
      Start (samen): 
      Quizizz beeldspraak & stijlfiguren (WS 1 t/m 4)

      Aan de slag met (zelf):
      Leren voor de toetsweek (mag ook andere vakken)
      Oefenen stijlfiguren & -fouten.
      Andere zaken bespreken / inlooples online: link volgt dinsdag!

      Klaar? Good busy!  Leer alvast Nederlands voor de PWW. Doe iets voor jezelf. Vijf minuten voor het einde (om 11.45 uur) samen afsluiten.
      Van 11.45-12.10 uur inhaalmoment toetsen en een mondeling boekbespreking.

      Slide 38 - Tekstslide

      Huiswerk & Taalvout

      • Leren voor PWW

      Slide 39 - Tekstslide