1c 1d 17-10

1c 1d 17-10
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1c 1d 17-10

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen!!!

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
-hoofdletters en leestekens
-laatste letter -d of -t




Slide 3 - Tekstslide

Na de les...
...begrijp ik hoe ik de hoofdletters en leestekens moet gebruiken. 






Slide 4 - Tekstslide

Lees de tekst

hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter


Slide 5 - Tekstslide

Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?

Slide 6 - Tekstslide

HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS


Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.


De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillen in betekenis

- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen


- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen

Waardoor komt het verschil in betekenis?

Slide 8 - Tekstslide

HOOFDLETTERS


Bekijk het volgende filmpje!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoofdletters

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Bladzijde 200, 201
Opdracht 2 t/m 8 maken

Bladzijde 204, 205
Opdracht 1 t/m 5 maken

Bladzijde 228, 229
Opdracht 1 t/m 5 maken

 Bladzijde 230, 231
Opdracht 1 t/m 6

Pak je boek en ga lezen!

Slide 12 - Tekstslide

Geen hoofdletter:

Geen hoofdletter:

Wel een hoofdletter:

Geen hoofdletter:


Slide 13 - Tekstslide

LEESTEKENS

- punten

- vraagtekens

- uitroeptekens

- komma's

- dubbele punten

Slide 14 - Tekstslide

PUNT (1)

- Aan het einde van een zin


Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.

Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.

Slide 15 - Tekstslide

PUNT (2)

- Na of in sommige afkortingen


d.m.v.  -  m.a.w.  -   i.i.g.

  dhr.  -  mevr.  -   mej.

max.   -  min.  - nr.

Slide 16 - Tekstslide

VRAAGTEKEN

- Na een vraag


Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?

'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.

Slide 17 - Tekstslide

UITROEPTEKEN (1)

- Om aan te geven dat iemand luid roept


'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.



Slide 18 - Tekstslide

UITROEPTEKEN (2)

- Om een bevel of waarschuwing aan te geven


Halt, of ik schiet!

Stop!

Kom hier!



Slide 19 - Tekstslide

KOMMA

- Maakt een zin overzichtelijker

- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt



Slide 20 - Tekstslide

KOMMA (1)

- Als pauzeteken in een zin


Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.



Slide 21 - Tekstslide

KOMMA (2)

- Tussen de delen van een opsomming


Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.



Slide 22 - Tekstslide

KOMMA (3)

- Tussen twee persoonsvormen


Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.



Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).

Slide 23 - Tekstslide

DUBBELE PUNT (1)

- Voor een opsomming


Je hebt nodig: een ei, een klontje boter en een snufje zout.



Slide 24 - Tekstslide

DUBBELE PUNT (2)

- In plaats van want of immers (uitleg)


Ik ga niet mee naar de film: ik moet huiswerk maken.



Slide 25 - Tekstslide

DUBBELE PUNT (3)

- Voor een aankondiging


Ik heb een nieuwtje: ik ga verhuizen naar Breda.



Na een dubbele punt
Na een dubbele punt gebruik je normaal NOOIT een hoofdletter.

Slide 26 - Tekstslide

Programma
1. Pak je boek: Nieuw Nederlands
a. Heb je de opdrachten van bladzijde 200 en 201 af en nagekeken? 
b. Heb je de opdrachten van bladzijde 204 en 205 af en nagekeken? 
c. Maak de opdrachten op bladzijde 228 en 229.
Klaar? pak je leesboek. 

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Check: 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Opdracht:

hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter


Slide 30 - Tekstslide