SO klas 2 gt

welke geldfunctie hoort bij de afbeelding:
A
ruilmiddel
B
spaarmiddel
C
rekenmiddel
D
alle antwoorden zijn juist
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

welke geldfunctie hoort bij de afbeelding:
A
ruilmiddel
B
spaarmiddel
C
rekenmiddel
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 1 - Quizvraag

je wilt graag een wereldreis maken als je 18 jaar ben en legt nu geld opzij
Het spaarmotief is:
A
wereldreis
B
voorzorg
C
doel
D
rente

Slide 2 - Quizvraag

Welke geldfunctie hoort bij deze afbeelding
A
ruilmiddel
B
rekenmiddel
C
spaarmiddel
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 3 - Quizvraag

je spaarsaldo is 900 euro en je krijgt 2% rente Hoeveel rente krijg je na 1 jaar?
A
24 euro
B
18 euro
C
9 euro
D
36 euro

Slide 4 - Quizvraag

je spaarsaldo is 1300 euro. Je krijgt 1,5% rente Hoeveel rente krijg je na 2 jaar
A
39 euro
B
14,5 euro
C
54,5 euro
D
98 euro

Slide 5 - Quizvraag

Chartaal geld is
A
bankbiljet
B
munten
C
bankbiljetten en munten
D
je pinpas

Slide 6 - Quizvraag

giraal geld is:
A
bankbiljet
B
bankbiljetten en munten
C
wat je op je bankrekening hebt staan
D
plastic geld

Slide 7 - Quizvraag


A
directe ruil
B
indirecte ruil
C
zowel direct als indirecte ruil
D
geen van de antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

De afbeelding is een voorbeeld van
A
indirecte ruil
B
directe en indirecte ruil
C
gezond
D
directe ruil

Slide 9 - Quizvraag

je hebt spaarsaldo van 100 euro maar koopt bij supermarkt voor 34 euro en bij winkel voor 40 euro en krijgt 11 euro van je moeder dus saldo is dan:
A
51 euro
B
49 euro
C
37 euro
D
56 euro

Slide 10 - Quizvraag

Dit is een :
A
geldautomaat
B
betaalautomaat
C
pinpas
D
geen van antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen elektronische betaling
A
creditcard
B
PayPal
C
cash
D
pentransactie

Slide 12 - Quizvraag

Als je met de pin betaalt dan :
A
stijgt giraal geld
B
daalt chartaal geld
C
geen van beiden
D
blijft gelijk

Slide 13 - Quizvraag

je spaargeld is 5600 euro met 2,3 % rente Je ontvangt na 1 jaar aan rente:
A
1288 euro
B
12, 88 euro
C
128,80 euro
D
78 euro

Slide 14 - Quizvraag

Het spaarmotief is hier
A
voorzorg
B
rente
C
doel
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quizvraag